In deze tekst staan allemaal tips voor het maken van een sinterklaasgedicht.
Slide 2 - Slide
Leesdoel sessie 1
Ik weet wat voor soort tekst dit is en wat de belangrijkst boodschap is.
Slide 3 - Slide
De actief tekst lezen
Tijdens het lezen van de tekst maak je een filmpje in je hoofd. Onderstreep je de hoofdzaken.
timer
5:00
Slide 4 - Slide
Deze tekst bestaat uit een inleiding, kern en een slot.
Trek twee lijnen; één tussen de inleiding en de kern en één tussen de kern en het slot.
timer
4:00
Slide 5 - Slide
opdracht 1
In de tekst staan tien tips genoemd die jou kunnen helpen. Bespreek de tips samen met een maatje. Begrijpen jullie wat er bedoeld wordt bij iedere tip?
timer
5:00
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
opdracht 3
Wat hoopt de schrijver te bereiken door jou deze tips te geven?
Slide 8 - Slide
opdracht 4
welke tip s het meest belangrijk voor jou? En waarom?
Slide 9 - Slide
Wat heb je geleerd in deze sessie?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
WEET JE NOG!
soort tekst belangrijkste boodschap
Slide 12 - Slide
Leesdoel sessie 2
je leert de betekenis van een aantal moeilijke woorden.
Gaat nadenken over een rijmschema en rijmwoorden.
Slide 13 - Slide
actief lezen
Lees de tekst en onderstreep de moeilijke woorden. En zet een vraagteken bij stukjes die je niet begrijpt.
timer
5:00
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Synoniemen
Slide 16 - Slide
BEELDSPRAAK IS FIGUURLIJK TAALGEBRUIK
Er wordt iets anders bedoeld dan er gezegd wordt.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Wat heb je geleerd in deze sessie?
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Weet je nog!
Wat waren de 10 tips?
Slide 24 - Slide
Leesdoel sessie 3
Je leert de 10 tips toepassen in je gedicht.
Slide 25 - Slide
opracht 1
Je schrijft het gedicht voor wie jij het loodje hebt getrokken.
Je gebruikt de tips.
Je maakt eerst een kladversie.
Daarna schrijf je de nette versie.
Let op! de naam voor wie het gedicht is schrijf je thuis pas op.