Present + Past tense (simple continuous perfect) if sentences - H3+A3

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Wat weet je nog van de
present simple?

Present Simple

1. Tegenwoordige tijd
2. SHIT-regel (-s)
   

Welk woord is correct in deze zin:
My best friend _______ to me every week. (To write)

1. Write
2. Writes
3. writees
4. writs

Wat weet je nog van de past simple?

Past Simple

1. Verleden tijd
2. Stam + (e)d
3. Onregelmatige werkwoorden
   

Welk woord is correct in deze zin:
When he was young, he ____ in Germany. (To live)

1. Lives
2. Live
3. Lived
4. Lifed

Wat weet je nog van de
present continuous?

Present continuous

1. Tegenwoordige tijd, langere periode.
2. Am/is/are + werkwoord + -ing
   = To work --> Am/is/are working
3. Right now, at the moment, currently
   

Welke vorm is correct in deze zin:
The boy ________ at the moment.
(To walk)

1. walks
2. is walking
3. are walking
4. walked

Wat weet je nog van de
past continuous?

Past Continuous

1. Verleden tijd, langere periode
2. Was/Were + werkwoord + -ing
   = To laugh --> Was/Were laughing
3. Bij I, He, She en It gebruik je 'Was'
   

Wat weet je nog van de present perfect?

Welke vorm is correct in deze zin:
Yesterday, they _________ for two hours.
(To read)

1. was reading
2. were reading
3. read
4. reading

Present perfect

1. Have/Has + Werkwoord + (e)d 
   Play -> Have Played 
   Agreed -> Has Agreed
2. Wanneer gebruik je  Have en wanneer Has? 
   Have: I, You, We, They 
   Has: He, She en It

Maak de volgende zin af met de present perfect:
I _________ English.

1. Learn
2. Learned
3. Have learned
4. Has learned

Wat weet je nog van de past perfect?

Past Perfect

1. Gebeurt in het verleden... en dan daarvoor
   Before death, man had given all his money to charity.
2. Altijd twee gebeurtenissen
   
3. Had + Werkwoord +(e)d
   Right after he had shouted to me, he ran away.
4. Onregelmatige werkwoorden
   To lose --> Had lost
   To see --> Had seen
   

Maak de volgende zin af met de past perfect:
As soon as we _________ our drinks, we went to school.
(To finish)

1. Have finished
2. Had finished
3. Finished
4. Has finished

Wat weet je nog van het maken van
'If-sentences'.

If-sentences (tegenwoordige tijd)

1. In welk deel staat 'If'?
2. Daar gebruik je Present Simple
   If it rains,
3. In het tweede deel gebruik je Will + het hele werkwoord.
   If it rains, we will get wet.
   

If-sentences (verleden tijd)

1. In welk deel staat 'if'?
2. In dat deel gebruik je Past Simple
   If I won the lottery
3. In het tweede deel gebruik je Would + het hele werkwoord.
   If I won the lottery, I would buy a car.
   

Maak een correcte 'if sentence':
If she can keep a secret,
we .....(tell) her something.

1. will tell
2. tell
3. told
4. have to tell

Are there any questions?

Welk leesboek lees je op dit moment?