This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhaling: plantjes
Slide 1 - Slide
Afweer bij planten komt ook voor. Zij hebben geen afweersysteem maar ze gebruiken andere methoden. In de afbeelding zie je een voorbeeld hoe planten parasieten (vraat) tegengaan. In de afbeelding is sprake van een voorbeeld van .....
A
chemische afweer
B
mechanische afweer
Slide 2 - Quiz
In de brandharen van brandnetels zit o.a. histamine. Wat doet histamine in je lichaam?
A
Niets
B
Het versnelt de hartslag
C
Het veroorzaakt bloedvatverwijding en jeuk
D
Het veroorzaakt bloedvat-vernauwing en koorts
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Pectine en cellulose zijn de hoofdbestanddelen van de celwand. Wat zijn het voor een stofjes?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Polysachariden
D
Vetten
Slide 5 - Quiz
Als grondstof voor de het verkrijgen van pectine worden suikerbieten of appels gebruikt. Als deze worden geperst, zit de pectine vooral in...
A
het sap
B
de pulp
Slide 6 - Quiz
Kanker
Slide 7 - Slide
BINAS tabel 67A
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wat is meestal het effect van een mutatie in het DNA?
A
Er ontstaat kanker
B
Er gebeurt niks
C
Er wordt een ander eiwit gemaakt
D
De cel gaat dood
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
https:
Slide 14 - Link
Een bacterie heeft een gen voor een lichtgevend eiwit. Als dit eiwit voldoende aanwezig is geeft de bacterie licht. Dit gen staat altijd 'aan', dus het wordt veel gebruikt in de bacteriecel. Geeft deze bacterie dus licht?
A
Ja, als een gen gebruikt wordt, wordt het eiwit gemaakt
B
Nee, genen coderen voor eiwitten, ze maken ze niet
C
Waarschijnlijk wel, tenzij het mRNA snel wordt afgebroken
D
Waarschijnlijk niet omdat dit niet nuttig is voor de bacterie
Slide 15 - Quiz
Virus
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Allergie
Slide 20 - Mind map
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
In de brandharen van brandnetels zit o.a. histamine. Wat doet histamine in je lichaam?
A
Niets
B
Het versnelt de hartslag
C
Het veroorzaakt bloedvatverwijding en jeuk
D
Het veroorzaakt bloedvat-vernauwing en koorts
Slide 26 - Quiz
Auto-immuun reactie
Je lichaam kan ook antistoffen gaan maken tegen je eigen eiwitten, omdat hij ze niet meer herkent : Auto-immuunziekte
Bij een bepaalde vorm van Reuma
herkent je lichaam de eiwitten op het
gewrichtskapsel niet meer, en gaat
deze aanvallen.
Slide 27 - Slide
Transplantatie
Afstotingsreactie
de eiwitten worden niet herkend
dus antistoffen worden gemaakt
Slide 28 - Slide
Transplantatie
Bij transplantatie wordt op HLA-antigenen gelet.
Zo wordt afweerreactie voorkomen.
Ook hier afweer onderdrukken.
Slide 29 - Slide
Wat is het verschil tussen een normale immuunreactie en een allergische reactie?
Slide 30 - Open question
Hooikoortsmedicatie wordt ook wel antihistamine genoemd. Wat doet dat in je lichaam?
A
de mestcellen geven geen histamine meer af
B
de mestcellen reageren niet meer op het allergeen
C
de histamine receptoren van cellen worden geblokkeerd
D
de histamine wordt snel afgebroken
Slide 31 - Quiz
Na een transplantatie van bijvoorbeeld een nier kunnen na enige tijd afstotingsverschijnselen bij de ontvanger optreden. Twee voorbeelden van een niertransplantatie zijn:
1 transplantatie van een gezonde nier afkomstig van een ééneiige tweelingbroer van de ontvanger, 2 transplantatie van een gezonde nier afkomstig van een neef van de ontvanger.
Bij welke transplantatie is de kans op afstotingsverschijnselen het kleinst? Of maakt het geen verschil?
Hoe meer de cellen (dus de antigenen) op elkaar lijken, hoe minder de afstoting.
Bij een tweelingbroer zijn ze zelfs precies hetzelfde, dus is de kans op afstoting erg klein
A
Transplantatie 1
B
Transplantatie 2
C
Dat maakt geen verschil
Slide 32 - Quiz
Bij de volgende slide is de vraag:
Wat heb je geleerd over het afweersysteem?
Slide 33 - Slide
Afweersysteem
Slide 34 - Mind map
Slide 35 - Video
00:59
Waarom is een virus zo geschikt om gentherapie mee te doen?