HV 3.2 Het ancien régime





3.2 Het ancien régime
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson





3.2 Het ancien régime

Slide 1 - Slide

Vandaag
Het ancien régime
  1. De standensamenleving
  2. Het bestuur van Frankrijk

Slide 2 - Slide

De standensamenleving

Slide 3 - Slide

Hoeveel procent van de Fransen hoorden bij de derde stand?
A
13%
B
85%
C
93%
D
98%

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Rechten en plichten
Het verschil tussen de eerste en tweede stand en de derde stand zit in de rechten en plichten die ze hebben.

De eerste en tweede stand hebben rechten: zij mogen dingen.
De derde stand heeft plichten: zij moeten dingen

De bijzondere rechten van de eerste en tweede stand worden privileges genoemd, ook wel voorrechten: een recht dat anderen niet hebben

Slide 7 - Slide

Wat zouden de arme boeren en burgers het liefst willen?
A
Minder belastingen hoeven te betalen
B
Inspraak in het bestuur
C
Meer grond in hun bezit
D
Een kans op militaire of religieuze carrières

Slide 8 - Quiz

Wat zouden de rijke burgers het liefst willen?
A
Minder belastingen hoeven te betalen
B
Inspraak in het bestuur
C
Meer grond in hun bezit
D
Een kans op militaire of religieuze carrières

Slide 9 - Quiz

Wat zouden de eerste en tweede stand het liefst willen?
A
Dat de boeren geen honger hoeven te lijden
B
Dat Frankrijk door de beste mensen wordt bestuurd
C
Rust en veiligheid in Frankrijk
D
Ten koste van de derde stand een lui en comfortabel leven leiden

Slide 10 - Quiz

Het bestuur van Frankrijk:
Boven de standen stond koning Lodewijk XVI

Slide 11 - Slide

Lodewijk XIV
Wist als eerste koning de absolute macht te krijgen. Dit wordt absolutisme genoemd.

"L'état, c'est moi."
De staat, dat ben ik.

Frankrijk werd het persoonlijke bezit van de koning.

Slide 12 - Slide

Paleis van Versailles

Slide 13 - Slide

De Spiegelzaal in Versailles

Slide 14 - Slide

Wat deed de koning in Versailles?
  • Uit het hele land moest de adel naar Versailles komen om bij de koning te leven.
  • Elke dag werd er gefeest of vermaak geregeld.
  • Rond de koning ontstonden honderden rituelen en ceremoniën voor álles wat hij deed.
  • Als de koning een edelman aardig vond of waardeerde mocht deze bij deze rituelen zijn.

Slide 15 - Slide

Een ritueel voor álles wat de koning deed?

Slide 16 - Slide

Waarom zouden de Franse koningen willen dat alle adel bij hun in Versailles woonde?

Slide 17 - Open question

Ancien régime
Deze manier van leven werd later het ancien régime genoemd.
Het 'oude bestuur' van vóór de Franse Revolutie, toen alles veranderde.

Slide 18 - Slide

Welk probleem leverde dit hofleven in Versailles op?
A
De boeren werden jaloers op de grote feesten
B
Buiten Parijs was geen adel om opstanden te voorkomen
C
Door het dure hofleven raakte het geld op
D
De rijke burgers waren kwaad dat ze niet werden uitgenodigd

Slide 19 - Quiz

Het geld was op...
  • De staatskas was helemaal leeg en de schulden hoog.
  • Meer belasting heffen was bijna onmogelijk.
  • Om te vergaderen over veranderingen werden de Staten-Generaal bij elkaar geroepen.
  • Dit was voor het eerst in 175 jaar.

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Ga naar de online methode van Memo

Maak van paragraaf 3.2 de volgende opdrachten:
  • 4, 5, 7 en 9

Klassencode 511036

Slide 21 - Slide