HV1 NN6 Lezen H1 les 1

>> Zit op je nieuwe plek
>> Lees nu 15 minuten STIL uit je leesboek.
>> Geen boek? Kom bij mij wat halen.
>> Je iPad ligt GESLOTEN op tafel.
Welkom!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

>> Zit op je nieuwe plek
>> Lees nu 15 minuten STIL uit je leesboek.
>> Geen boek? Kom bij mij wat halen.
>> Je iPad ligt GESLOTEN op tafel.
Welkom!

Slide 1 - Slide

Lees uit je leesboek
  • Individueel

  • In stilte



timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Belangrijk:
  • Je bent hier om te leren.

  • Dat merk ik duidelijk aan jou.

Slide 4 - Slide

Periode 2
  • Leesvaardigheid.
  • Nieuwe studiewijzer op Itslearning.
  • 2 toetsen: PO fictieopdracht (O/V/G) + PW lezen (3x)
  • Huiswerk maak je via de planning (zie ook SOM).
  • Agenda heb je altijd bij je + je vult daar altijd het hw in in. 
  • Leesboek mee op vrijdagen.

Slide 5 - Slide

Wat heeft met leesvaardigheid te maken?

Slide 6 - Mind map

Lesdoelen

- Ik weet wat oriënterend lezen inhoudt en ik kan het toepassen.
- Ik leer hoe ik het onderwerp van een tekst kan vinden.
- Ik vat de tekst kort samen.
- Ik vergelijk de inhoud van de tekst met mijn eigen ervaringen.
- Ik leg uit waarom ik het wel of niet eens ben met de schrijver van deze tekst.





Slide 7 - Slide

Succescriteria

Slide 8 - Slide

Waar gaat deze tekst over?

Slide 9 - Slide

Moet je de hele tekst lezen om het onderwerp te bepalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Wat moet je lezen om het onderwerp te achterhalen?

Slide 11 - Open question

Het onderwerp vinden:
Lees de tekst oriënterend:
- Bekijk de titel en tussenkopjes.
- Lees de eerste alinea.
- Bekijk de illustratie.
- Lees anders gedrukte woorden.
Tip: Wat wordt steeds benadrukt/ herhaald in de tekst?
= het onderwerp van de tekst

Slide 12 - Slide

Hfst 1 - lezen
Lees mee.
Eerst oriënterend.
Markeer ook mee.

Lees duidelijk voor als je zelf aan de beurt bent.

Zorg dat je weet waar we zijn...

Slide 13 - Slide

Woordenschat opdracht
>> Noteer wat de woorden betekenen.
>> Gebruik eventueel een woordenboek.
>> Deze woorden moet je ook leren voor de toetsweek.
>> Noteer je antwoord op je blad.
>> Noteer de woorden ook in je EIGEN woordenlijst voor de toets.
timer
5:00

Slide 14 - Slide

1 Overeenkomsten zoeken
In tweetallen:
>> In alinea 3 en 4 staan 6 overeenkomsten die vrienden zouden hebben volgend de schrijver. 
>> Lees die alinea's nog eens goed door.
>> Welke 6 overeenkomsten zijn het? Noteer ze. 

Slide 15 - Slide

2 Overeenkomsten tussen jou en je vrienden
Vul de namen van max. 4 vrienden in EN plaats kruisjes waarin jullie overeenkomsten vertonen.

Slide 16 - Slide

3 Vind je dat de schrijver gelijk heeft?
Individueel, 15 minuten maximaal.
>> Vat de tekst kort samen: in 2-3 zinnen.
>> Bepaal of je het eens bent met de schrijver. Vertel dat in 1 zin na je korte samenvatting.
>> Vertel waarom je het wel of niet eens bent.
>> Bewijs met dingen uit de tekst en uit jouw leven waarom je vindt dat de schrijver (on)gelijk heeft.

Slide 17 - Slide

Wat vind jij?
* Zelfstandig - geen overleg!
* Vragen stellen mag indien nodig.
* Mk opdr. 3: de schrijfopdracht


Klaar? 
Lees stil uit je leesboek óf
werk aan een ander vak.


timer
15:00

Slide 18 - Slide

4 Wat vinden je klasgenoten?
In groepje van 4
>> Lees om de beurt je stukje tekst aan elkaar voor.
>> Vinden jullie hetzelfde?
>> Leg aan elkaar uit waarom je dit vindt.
>> Luister goed naar elkaar!

>> Ben je van mening veranderd?

Slide 19 - Slide

5 Evalueren
- Wat heb je geleerd over het maken van vrienden?
- Was je het wel of niet eens met de schrijver? Vertel waarom.
- Wat vond je leerzaam aan deze les?
- Waar zou je meer over willen weten?


Slide 20 - Slide

Lesdoelen

- Ik weet wat oriënterend lezen inhoudt en ik kan het toepassen.
- Ik leer hoe ik het onderwerp van een tekst kan vinden.
- Ik vat de tekst kort samen.
- Ik vergelijk de inhoud van de tekst met mijn eigen ervaringen.
- Ik leg uit waarom ik het wel of niet eens ben met de schrijver van deze tekst.





Slide 21 - Slide