Herhaling hoofdstuk 3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Herhalen hoofdstuk 3

Jullie gaan eerst het vorige hoofdstuk herhalen door middel van vragen in deze LessonUp. 

Wat heb je nodig?

Je tekstboek + je brein.

Je mag alle vragen/ antwoorden opzoeken in je boek.

Bij alle open vragen staat een uitleg van het juiste antwoord.

Vragen stellen mag altijd (graag zelfs). 

Maak dit serieus, aub. 

Wat is juist?

1. Voor WOI werd de Republiek van Weimar het Duitse Keizerrijk
2. Na WOI werd de republiek van Weimar het Duitse Keizerrijk
3. Voor WOI werd het Duitse Keizerrijk de Republiek van Weimar
4. Na WOI werd het Duitse Keizerrijk de Republiek van Weimar

Bekijk de afbeelding

Wat zag je op de vorige dia?

Wat was GEEN bepaling uit het Verdrag van Versailles?

1. Duitsland moest kolonies afstaan
2. Duitsland moest herstelbetalingen doen
3. Duitsland moest officiële excuses maken
4. Duitsland mocht maar een klein leger hebben

Wie zijn volgens de generaal 'de anderen' die schuldig zijn aan de Duitse nederlaag?

Welk begrip past het beste bij de vorige afbeeldingen?

1. Economische crisis
2. Inflatie
3. Beurskrach
4. Dawesplan

Verklaar de hoge inflatie vanaf 1923 in Duitsland. Gebruik in je antwoord de woorden: herstelbetalingen, Frankrijk en het Ruhrgebied

Gebruik bron 8. In 1923 is er een duidelijk productieverschil met de jaren daarvóór en erna.
--> Geef één verklaring voor dit productieverschil
--> Noem de naam van het Amerikaanse hulpprogramma waardoor de productie zich na 1923 kon herstellen.

Leg met behulp van de vorige afbeelding het Dawesplan uit

Verklaar de hoge stijging in het aantal werklozen in Amerika vanaf 1929.

Welke twee begrippen passen bij de wet over de Hitlerjugend? Schrijf alleen de nummers op.

Welke uitspraak past bij de rassenleer van de nazi's?

1. Blond haar is een kenmerk van het Aziatische ras
2. Het Arische ras is zwak en achterlijk
3. Joden zijn onbetrouwbaar
4. Ras doet er niet toe, het gaat om de mens.

SA

SS

Gestapo

Beschermen van belangrijke partijleden

Politieke tegenstanders bang maken

Mensen met afwijkende ideeën oppakken

Lees de gebeurtenissen hieronder. Maak de juiste combinaties van oorzaak en gevolg

Beantwoord de vraag van de vorige dia. De juiste combinaties zijn:

Welk kenmerk hoort niet bij het nationaalsocialisme?

1. Antisemitisme
2. Democratie
3. Persoonsverheerlijking
4. Rassenleer

De meest betrouwbare informatie: bron … (vul in: 1, 2 of 3), want … (geef
een argument).
Minder betrouwbare informatie: bron … (vul in: 1, 2 of 3), want … (geef
een argument).

De postzegel is gemaakt om een gebeurtenis in 1923 te herdenken, die belangrijk was voor de nazi's.
Welke gebeurtenis wordt herdacht?

De postzegel werd in 1935 gemaakt in opdracht van de regering. Noem een politiek argument waarom de regering de opdracht om deze postzegel te maken niet voor 1933 zal hebben gegeven.

Een bewering: de Kristallnacht (1938) was mede een gevolg van
antisemitisme en rassenwetten.
Leg uit dat de bewering juist is.
Doe het zo:
De Kristallnacht was mede een gevolg van antisemitisme en
rassenwetten, want … (geef een uitleg in enkele zinnen; gebruik beide
begrippen in een juiste onderlinge samenhang en betekenis).

Plaats hier een afbeelding van de leider van het fascistische Italië na 1922.

Lees het stukje over Hendrikus (Hendrik) Colijn in je tekstboek (bladzijde 81). Welk begrip hoort er bij zijn politiek?

1. Appeasementpolitiek
2. Nationaalsocialistische beweging
3. Aanpassingspolitiek
4. Planeconomie

Het beeld over Stalin begint te veranderen in Rusland. Beetje apart, maar oke. Waar stond Stalin nog meer om bekend?

1. Vijfjarenplannen
2. De Grote Terreur
3. Planeconomie
4. Al deze begrippen passen bij Stalin

Kies een van de begrippen die bij Stalin past en werk deze hieronder uit.
Stalinisme, collectivisatie, planeconomie, vijfjarenplannen, Grote Terreur, strafkampen, showproces, niet-aanvalsverdrag