§1.4 Aan het werk

Welkom!
Ga op je plek zitten,
doe je telefoon in de telefoontas,
pak je boek alvast voor!


1 / 14
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga op je plek zitten,
doe je telefoon in de telefoontas,
pak je boek alvast voor!


Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 4: 
Mensen en machines
§1.4 
aan het werk

Slide 2 - Slide

Lesplanning 
Uitleg van §1.4 Aan het werk 

Maak van §1.4 Aan het werk: helemaal af

Alles nakijken + bijwerken hoofdstuk 1

Klaar? Herhaling en verdieping maken 

Lesdoelencheck

Slide 3 - Slide

Lesdoelen van deze les
  1. Welke 3 beroepssectoren er zijn?
  2. Wat betekend het begrip arbeidsintensief?

  3. Leg uit waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.

Slide 4 - Slide

3 beroepssectoren
  1. Primaire sector: Landbouw
  2. Secundaire sector: Industrie
  3. Tertiaire sector: Diensten
       

Slide 5 - Slide

Landbouwsector
Landbouw haalt producten uit de natuur: Akkerbouw, veeteelt, visserij, tuinbouw en mijnen.

Arbeidsintensief
Er is veel arbeid nodig is om producten te kunnen produceren.


Beroepen:
Boer, tomatenkweker, mijnwerker, visser enz.  





Arbeidsintensief

Slide 6 - Slide

In welke landen is de primaire sector vaak nog vrij groot?
De achterblijvers, economisch minder sterke landen.

In welke landen is de primaire sector vaak nog vrij groot?

Slide 7 - Slide

Arme landen
  • In arme landen zijn de meeste mensen werkzaam in de landbouw, omdat ze hun eigen voedsel moeten verbouwen.

  • Veel producten die wij hier kopen worden gemaakt in fabrieken in arme landen, omdat de lonen daar laag zijn.

Slide 8 - Slide

Industriesector
Werk in de fabriek:
  • Hier maakt men van GRONDSTOFFEN een PRODUCT
  • Auto-industrie, scheepswerf, staalindustrie

Beroepen:
  • Fabrieksmedewerker
  • lasser 
  • lopende band medewerker 
kapitaalintensief
Er is veel kapitaal (geld) nodig om al die machines te kunnen betalen.

Slide 9 - Slide

Dienstensector
Iets voor een ander doen.

Je verleent een ander persoon een dienst.


Beroepen:

Leraar, verpleegkundige, dokter, notaris, politieagent, winkelier

Slide 10 - Slide

Aan het werk
Wat: Maak van §1.4 Aan het werk: helemaal af
         Alles nakijken + bijwerken hoofdstuk 1

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: herhaling of verdieping

Tijd: timer

timer
10:00

Slide 11 - Slide

Lesdoelencheck
  1. Welke 3 beroepssectoren er zijn?
  2. Wat betekend het begrip arbeidsintensief?

  3. Leg uit waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.

Slide 12 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 13 - Mind map

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll