7. Schrijven: webteksten

Instellingsexamen  Schrijven 3F
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Instellingsexamen  Schrijven 3F

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Een tekstsoort is een ARTIKEL.  Daarbinnen heb je de variant: webtekst.
Schrijven, Webteksten keuze-onderdelen:
  • Hoe schrijf je een goede webtekst?
  • Bronnen

Deze week + volgende week kun je hieraan werken (uitloop)

Slide 2 - Slide

Wat weet je (nog)?
  • Wat is een artikel
  • Wat is het tekstdoel van een artikel?
  • Wat is een betogend artikel?

Slide 3 - Slide

Theorie: webteksten - schrijfstijl
  • De tekst is beknopter; maak een tekst niet langer  dan nodig is. Bij online teksten belangrijk als je wilt dat mensen je hele tekst lezen.
  • Schrijf korte zinnen, zonder onnodige bijzinnen en nevenschikkingen; een eenvoudige tekst wordt beter begrepen. Een eenvoudige tekst wordt beter onthouden.
  • Schrijf krachtig: een goede zin begint met een onderwerp.
  • Schrijf actief, mijd lijdende vormen (zinnen met 'worden').
  • Als je van een beeldscherm leest, is het vaak prettig om tussenkopjes te hebben boven iedere alinea en een alinea uit niet meer dan vijf regels te laten bestaan. 

Slide 4 - Slide

Theorie: webteksten - opbouw
Titel: Begin met een pakkende titel die de aandacht van de lezer trekt en duidelijk maakt waar de tekst over gaat.

Inleiding: Schrijf een korte en krachtige inleiding die de lezer introduceert tot het onderwerp en hen nieuwsgierig maakt om verder te lezen.

Middenstuk: Verdeel de tekst in overzichtelijke alinea's en gebruik titels en subtitels om de tekst te structureren. Dit helpt lezers om snel de belangrijkste informatie te vinden.
        Gebruik lijstjes: Maak gebruik van opsommingstekens of genummerde lijsten om belangrijke punten duidelijk te maken. Dit            maakt de tekst makkelijker scanbaar.
        Gebruik links: Voeg links toe naar andere relevante pagina's op je website om de lezer verder te begeleiden en de SEO te                   verbeteren.
        USP (Unique Selling Point): Maak duidelijk waarin jouw bedrijf/product zich onderscheidt van andere.

Slot: CTA (Call to Action): Eindig met een duidelijke oproep tot actie, zoals het invullen van een formulier, het downloaden van een gids, of het kopen van een product.

Slide 5 - Slide

Search Engine Optimization (SEO) is het proces van het verbeteren van een website of online content om deze beter vindbaar te maken in zoekmachines zoals Google. 
Het doel is om een hogere positie in de zoekresultaten te behalen, zodat meer mensen de website bezoeken.

Slide 6 - Slide

Search Engine Optimization (SEO)
Hogere positie in de zoekresultaten te behalen, zodat meer mensen de website bezoeken.

Slide 7 - Slide

Theorie: webteksten - bronnen
In de licentie Nu Nederlands 3F staan verschillende bronnen die je kunt raadplegen.
Bijvoorbeeld deze bron

Slide 8 - Slide

pagina-indeling
grootte van de tekst
Selecteer het belangrijkste

Slide 9 - Slide

Aan de slag!

Inleveren:
  1. Eigen webpagina

     Opdr 3
 
Nu Nl: Schrijven, keuze-onderdeel, Webteksten
Volgende week (lesweek 19) heb je ook nog tijd om eraan te werken.
Je mag ChatGPT gebruiken als hulpmiddel.

Slide 10 - Slide