Les 46 (16-05)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Cours du 21-05

Programme

• Presentie
• Lesdoelen

• Grammaire H

      - een vraag stellen

• Au travail!

• Devoirs

Lesdoelen

Na de les...

...kun je iemand over sport en gezondheid interviewen.

...weet je hoe je een vraag stelt in het Frans.

Het Nederlands

Hoe stel jij een vraag in het Nederlands?

- Jij bent ziek.                   Ben je ziek?

- Hij heeft koorts.             Heeft hij koorts?

- Jij houdt van sporten.   Houd jij van sporten?

- Wij eten gezond.            Eten wij gezond?

Verder over vragen stellen in het Nederlands.

In het Nederlands gebruiken wij vooral inversie. Dat houdt in dat je het onderwerp en de persoonsvorm omdraait. 

- Wij zijn .... > Zijn wij ....

Luister fragment

Luister eens mee met het volgende fragment en zet een . of een ? achter de zin die je hoort op p.36 30a.

En français

In het Frans stellen ze dus vragen door achter een normale zin een ? te zetten: 

- een vraagteken achter : Tu es en forme?

Maar de meest gebruikte manier in Frankrijk, om een zin vragend te maken is het zinsdeel 'est-ce que' er voor te zetten:

- Est-ce que tu es en forme? 

Net zoals l', n' en j', verdwijnt ook de 'e' uit 'que' en verandert naar qu' voor een klinker of stomme h:

- Est-ce qu'il est malade?

Een vraag stellen met een vraagwoord.

Welke vraagwoorden kennen jullie al in het Nederlands?

Vul de woordspin in:

Vraagwoorden in het
Nederlands.

Vraagwoorden en français

Voor sommige zinnen, heb je vraagwoorden nodig. 

Bijvoorbeeld:

- Hoe heet jij?

- Waar woon je?

De volgende vraagwoorden worden gebruikt in het Frans:

où                             = waar

quand                      = wanneer

comment                 = hoe

combien                  = hoeveel

pourquoi                 = waarom

qui                            = wie

qu'est-ce que           = wat

Bij zinnen met vraagwoorden kun je opnieuw het zinsdeel 'est-ce que' gebruiken. Dan is de volgorde als volgt: vraagwoord + est-ce que + gewone zin.

> Comment est-ce que tu t'appelles?  > Où est-ce que tu habites ?

Maak een andere vraagzin, zonder vraagwoord:

Est-ce que tu es en forme?

Maak een andere vraagzin, zonder vraagwoord:

Vous avez la grippe?

Gebruik nu een vraagwoord:

...... est-ce qu'il est sportif? Parce qu'il s'entraine pour une compétition.

Gebruik nu een vraagwoord:

...... de fois tu t'entraine par semaine? Je m'entraine trois fois par semaine.

Paragraaf H - Au travail!

Kijk mee naar de opdrachten.

Jullie gaan nu verder met:

- ex. 30c, d

- ex. 31a, c, d

- ex. 32

Les devoirs

Leer manier van een vraagstellen in het Frans en de verschillende vraagwoorden.

Maak:

- ex. 30c, d

- ex. 31a, c, d

- ex. 32