Lezen H2 - deelonderwerpen

WELKOM 

bij Nederlands 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM 

bij Nederlands 

Slide 1 - Slide

Planning vandaag
  • Uitleg periode A
  • Herhalen H1 
  • Uitleg H2
  • Quiz
  • Opdracht

Slide 2 - Slide

Periode A
Lezen H1 t/m 3 
Toetsmoment: woensdag 25 september 

Woordenschat H1 t/m 5
Toetsmoment: maandag 11 november

Slide 3 - Slide

Naar welke vijf dingen moet je kijken om het onderwerp van een tekst te vinden? 
Overleg in tweetallen. 
timer
1:00

Slide 4 - Slide

H1: het onderwerp van de tekst 
= waar de tekst over gaat.
  • Kijk naar de titel.

  • Kijk naar de foto’s en plaatjes bij de tekst (illustraties).

  • Kijk naar de titels die boven tekstgedeeltes staan: tussenkopjes.

  • Kijk of er woorden zijn die anders gedrukt zijn (vet, schuin, gekleurd).

  • Lees het eerste stukje, de eerste alinea, van de tekst (vaak vetgedrukt). 

Slide 5 - Slide

Voorbeeld 
Wat is het onderwerp van deze tekst? 

  • het verschil tussen huisdieren en proefdieren






Slide 6 - Slide

H2: deelonderwerpen 
  • Een tekst is vaak verdeeld in een inleiding, een middenstuk (kern) en een slot

  • In het middenstuk – het grootste tekstdeel – staat de meeste informatie over het onderwerp. 

  • In dit deel van de tekst worden meestal verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp besproken: dit noemen we deelonderwerpen

  • Voorbeeld: onderwerp: ‘film’, deelonderwerpen: ‘actiefilm’, ‘griezelfilm’ en ‘sciencefiction’.  

Slide 7 - Slide

Opdracht
  • Lees de tekst.
  • Wat is het onderwerp van de tekst?
  • Hoeveel alinea's heeft de tekst?
  • Wat is het deelonderwerp van alinea 2 en 3 samen?
  • In welke alinea('s) lees je het antwoord op de laatste vraag in alinea 1?
  • Maak van elke alinea de belangrijkste zin geel. 
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord of een paar woorden waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 9 - Quiz


Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een onderdeel van een onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 10 - Quiz


Welke van de onderstaande woorden kan GEEN deelonderwerp zijn van een tekst over balsporten? 
A
volleybal
B
spelers
C
basketbal
D
ballet

Slide 11 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gevonden pootafdrukken van dino's
B
het Schotse eiland Skye
C
wetenschappers in Schotland
D
dino's leefden in een gezin

Slide 12 - Quiz

Iedere tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van de tekst. Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
A
Kijken naar de titel
B
Kijken naar alinea 1
C
Kijken naar de illustraties
D
Alledrie de antwoorden

Slide 13 - Quiz

VANDAAG
Leren: het verschil tussen alinea's, deelonderwerpen en tussenkopjes
Maken: H2 opdracht 1
Nakijken: opdrachten H2



Opdrachten niet af? Zet ze in je daltonplanagenda bij de volgende Nederlands les.



timer
10:00

Slide 14 - Slide