P3 HS4 De Wetten van Newton versnelde beweging

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waar zijn we gebleven...

Slide 2 - Slide

Dit is een:
A
versnelde beweging
B
vertraagde beweging
C
beweging is eenparig
D
het object staat stil

Slide 3 - Quiz

Welke twee grafieken van één beweging kan je tekenen:

Slide 4 - Mind map

Leerdoelen
  1. R  Met behulp van een          (s,t) diagram een beweging analyseren 
  2. T1 Met behulp van een      (s,t) diagram de snelheid berekenen
  3. T2 sommen maken 
  4. I    de situaties, link leggen
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
1. R Met behulp van een (v,t) diagram een beweging analyseren
2. T1 Met behulp van een (v,t) diagram de snelheid berekenen
3. T2 sommen maken
4. I de situaties, link leggen
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 6 - Slide

Eenparige versnelde beweging
De snelheidsverandering  
per seconde noem je de versnelling.
a
Δv
Δv=vbegingveind

Slide 7 - Slide

       versnelling
berekenen 
De formule: 
in(s2m)
a=ΔtΔv
Δv=vbegingveind
Grootheid: versnelling
Symbool grootheid: a
Eenheid: meter per seconde kwadraat 
Symbool eenheid: 
(s2m)
Δt=tbeginteind
Δv=0sm12sm
Δt=0s4s
a=ΔtΔv
a=04012=3s2m

Slide 8 - Slide

Eenparige vertraagde  beweging
De snelheidsafname                 per seconde noem je de vertraging. 
Δv
Δv=vbegingveind

Slide 9 - Slide

       vertraging  
De formule: 
a(s2m)
a=ΔtΔv
Δv=vbegingveind
Grootheid: vertraging
Symbool grootheid: a
Eenheid: meer per seconde kwadraat 
Symbool eenheid: 
(s2m)
in(s2m)
Δt=tbeginteind
Δv=12sm0sm
Δv=0s6s
a=04012=3s2m

Slide 10 - Slide

R vraag     blz 13
Leerdoel:
  • omrekenen van km/h naar m/s
  • werken met de formule voor de versnelling
  • werken met de eenheid van de versnelling

Slide 11 - Slide

Aftand bepalen
                diagram 
Bij een eenparig versnelde beweging kun je de afgelegde afstand vinden door de oppervlakte onder het (v,t)-diagram te bepalen.
(v,t)
s=ΔvΔt=105=50m
Voorbeeld: oppervlakte ABCD
= de afgelegde afstand gedurende  5 seconde

Slide 12 - Slide

R vraag 
blz 14
Leerdoel:
  • omrekenen van km/h naar m/s
  • afstand bepalen mbv een    (v,t) diagram 

Slide 13 - Slide

Instructie 
Classicaal oefenen HS 2 par 2 
voorbeeldopdrachten  
1 t/m 3  blz 22 t/m 23 
HS 4 par 2 blz  25 en 27 
Maak de opdracht Samenvatting HS 4 par 2.

Slide 14 - Slide

Instructie 
Ben je klaar?
Kijk de opdrachten en de samenvatting na op TEAMS 
Test jezelf HS 4 par 2 op NOVA digitaal site 

Slide 15 - Slide

36 km/h = ............... m/s
A
v=36000sm
B
v=3600s36000m
C
v=129,6sm
D
v=10sm

Slide 16 - Quiz

Een beweging waarvan
de snelheid gelijkmatig of constant is,
noem je een ............................
A
eenparig vertraagde beweging
B
eenparig versnelde beweging
C
eenparige beweging
D
constante beweging

Slide 17 - Quiz

Een beweging waarvan
de snelheid gelijkmatig kleiner wordt,
noem je een ............................
A
eenparig vertraagde beweging
B
eenparig versnelde beweging
C
eenparige beweging
D
constante beweging

Slide 18 - Quiz

Een beweging waarvan
de snelheid gelijkmatig groter wordt,
noem je een ............................
A
eenparig vertraagde beweging
B
eenparig versnelde beweging
C
eenparige beweging
D
constante beweging

Slide 19 - Quiz

In welk(e) stuk(ken) is
de beweging eenparig?
A
Δt=0s5s
B
Δt=0s17,5s
C
Δt=17,5s25s
D
Δt=5s17,5s

Slide 20 - Quiz

In welk(e) stuk(ken) is
de beweging versneld?
A
Δt=0s5s
B
Δt=0s17,5s
C
Δt=17,5s25s
D
Δt=5s17,5s

Slide 21 - Quiz

In welk(e) stuk(ken) is
de beweging vertraagd?
A
Δt=0s5s
B
Δt=0s17,5s
C
Δt=17,5s25s
D
Δt=5s17,5s

Slide 22 - Quiz

In welk deel zijn
de voortstuwende krachten
groter dan
de tegenwerkende krachten? ?
A
Δt=0s5s
B
Δt=0s17,5s
C
Δt=17,5s25s
D
Δt=5s17,5s

Slide 23 - Quiz

In welk deel zijn
de voortstuwende krachten
kleiner dan
de tegenwerkende krachten?
A
Δt=0s5s
B
Δt=0s17,5s
C
Δt=17,5s25s
D
Δt=5s17,5s

Slide 24 - Quiz

In welk deel zijn
de voortstuwende krachten
gelijk aan
de tegenwerkende krachten? ?
A
Δt=0s5s
B
Δt=0s17,5s
C
Δt=17,5s25s
D
Δt=5s17,5s

Slide 25 - Quiz

De afgelegde afstand
tussen t = 0 s en t = 4 s
is..........

A
s=21(48)meter
B
s=(48)meter
C
s=(68)meter
D
s=(108)meter

Slide 26 - Quiz

De afgelegde afstand
tussen t = 4 s en t = 10 s
is..........

A
s=21(48)meter
B
s=(48)meter
C
s=(68)meter
D
s=(108)meter

Slide 27 - Quiz

De afgelegde afstand
tussen t = 0 s en t = 10 s
is..........

A
s=21(48)meter
B
s=(48)meter
C
s=(68)meter
D
A+C

Slide 28 - Quiz

Aan de slag
Maak het oefenPW  vanaf vraag 2 
De rest is HW 

Slide 29 - Slide

Nabespreking

Slide 30 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 31 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 32 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 33 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 34 - Open question