Deelopdracht 1.1 (Week 1)

COMMUNICATIE
Leerjaar 1 | 2024 - 2025
Periode 2  | Lesweek 1

Docenten
Astrid Hartmann
Wim Lamers

1 / 43
next
Slide 1: Slide
Customer JourneyMBOStudiejaar 2-4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

COMMUNICATIE
Leerjaar 1 | 2024 - 2025
Periode 2  | Lesweek 1

Docenten
Astrid Hartmann
Wim Lamers

Slide 1 - Slide

🤝 Samenwerken doen we zo
🚰 Drinken (water) mag, eten doe je buiten het lokaal.

🕘 Kom op tijd. Deur dicht? De docent haalt je van de gang.

📵 Telefoon weg in je jas of tas, tenzij de docent anders aangeeft.

📚 Tas van tafel en jas uit. Pak na binnenkomst meteen je lesmateriaal. 

Docent aan het woord. Stil zijn en luisteren. Ook zijn de laptops dicht.


Slide 2 - Slide

✅ Presentie: Fijn dat je er bent! 😀👍

Slide 3 - Slide

📚 Lesmateriaal
Vaardigheden en tools Business Services deel A
ISBN 978 90 3726 219 3 
Zowel boek als digitale leeromgeving.

+ Syllabus: Leereenheid Zakelijk Communiceren 

Belangrijk:
Zorg dat je iedere les je boek en syllabus bij je hebt!

Slide 4 - Slide

📋 Deze week 
  • Toelichting vak communicatie 
  • Uitleg leereenheid 
  • Uitleg boek (Vaardigheden en Tools Business Services deel A) 
  • Theorie hoofdstuk 1 (Vaardigheden en Tools Business Services deel A) 
  • Deelopdracht 1.1

Slide 5 - Slide

📋 Leerdoelen
  • Je kent het belang van klantvriendelijkheid en hospitality in de     beroepshouding.
  • Je kunt klantgericht communiceren.
  • Je kent de basisbegrippen en modellen van communicatie en
      kunt die toepassen.

Slide 6 - Slide

📋 BOOM
Klas toevoegen 

Slide 7 - Slide

Leereenheid 
  • Twee leereenheden dit blok (5 weken per syllabus).
  • De opdrachten in de leereenheid zijn minder uitgebreid dan CJY.
  • Maar er zijn wel meer opdrachten in het boek te maken. 
  • De leereenheid wordt in 2-tallen gedaan (zelf koppels maken).
  • De opdrachten in het boek maak je zelfstandig.

Slide 8 - Slide

Boeken
Vaardigheden en Tools Business Services deel A
Vaardigheden en Tools Business Services deel B

Slide 9 - Slide

Opdrachten van het boek
Bestaat uit verschillende onderdelen:
  • Opdrachten (boek en digitaal)
  • Beroepsvaardigheden opdrachten (digitaal)
  • Beroepspraktijk opdrachten (digitaal)
  • Afsluiting opdrachten (digitaal)
  • Test je kennis (digitaal)

Slide 10 - Slide




communiceren bestaat altijd uit 
communiceren met ‘de klant’. Dat zakelijk communiceren 
moet daarom klantgericht zijn.

Slide 11 - Slide

Klantvriendelijkheid, hospitality 
en beroepshouding

  • Externe klanten
  • Interne klanten

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Interactie

Als het heel moeilijk is om van rol te wisselen, wordt dat lineaire communicatie
genoemd. De communicatie gaat van zender A naar ontvanger B. 

Als de communicatie snel heen-en-weer kan gaan, wordt dat circulaire communicatie genoemd.


Slide 14 - Slide

Ruis
Externe ruis ontstaat door invloeden van buitenaf, 
zoals het lawaai van een voorbijkomende auto. 

Interne ruis wordt veroorzaakt door beperkingen of onzorgvuldigheden 
van de zender of de ontvanger. De ontvanger begrijpt de boodschap niet goed of is afgeleid.


Slide 15 - Slide

ZBMO-model (zender, boodschap, medium, ontvanger)

Slide 16 - Slide

Soorten communicatie 
-Intrapersoonlijke communicatie: is communicatie die een persoon met zichzelf 
voert. 
 Vragen als ‘Kan ik dit aan vandaag?’, ‘Zei ik dit niet verkeerd?’ Wat zal hij van me vinden?’, 

-Interpersoonlijke communicatie: is communicatie tussen twee personen. Naast de communicatie met jezelf is dit de communicatievorm die je het meest gebruikt.
Denk hierbij aan: uitleggen / luisteren/ assertief zijn / vertellen / overtuigen / onderhandelen / samenwerken.

Slide 17 - Slide

Soorten communicatie
-Massacommunicatie is openbare, voor iedereen toegankelijke
communicatie die wordt uitgevoerd door de massamedia.
Zoals: het boek, de nieuwsmedia (waaronder de krant), de film,
broadcasting (waaronder radio en televisie) en opgenomen muziek. 

-Groepscommunicatie is communicatie binnen een groep. Zakelijke communicatie vindt veel plaats in groepen: vergaderingen, teammeetings, presentaties en dergelijke. Maar in je persoonlijke leven maak je ook onderdeel uit van groepen: je gezin, je familie, je vrienden of op de sportvereniging.           
                                                                                     -Socialmediacommunicatie 

Slide 18 - Slide

Waar denk je nu aan bij communicatie?

Slide 19 - Mind map

Zelf aan de slag!
  • Hoofdstuk 1
  • Opdrachten 2 t/m 7 
  • Beroepsvaardigheden 8 t/m 18 (digitaal)

Slide 20 - Slide

📋 Vandaag 
  • Terugblik vorige les
  • Bespreken opdracht 2 t/m 7 hoofdstuk 1
  • Theorie hoofdstuk 1 (Vaardigheden en Tools Business Services deel A) 
  • Opdrachten hoofdstuk 1 (Vaardigheden en Tools Business Services deel A) 
  • Deelopdracht 1.1 (syllabus)

Slide 21 - Slide

Wat is interactie?
A
De manier waarop anderen op je reageren
B
De vorm van communicatie
C
Wisselwerking tussen personen die op elkaar reageren
D
Een manier van spreken met elkaar

Slide 22 - Quiz

Wat zijn Interne klanten
A
Mensen die binnen zijn en hulp nodig hebben.
B
Mensen van een soort gelijk bedrijf.
C
Collega's met wie je samenwerkt en die je helpt.
D
Mensen die je niet kent

Slide 23 - Quiz

Wat is een voorbeeld van interne ruis?
A
Het wegvallen van de telefoonverbinding
B
Emoties en afleidende gedachten
C
Omgevingsgeluiden
D
Slechte wifi

Slide 24 - Quiz

Wat is formele communicatie?
A
communicatie die niet volgens bepaalde regels gaat
B
communicatie die je voert met externe personen
C
communicatie die je voert met interne personeel
D
communicatie die volgens voorgeschreven richtlijnen verloopt en georganiseerd is

Slide 25 - Quiz

Wat is een voorbeeld van externe communicatie?
A
Notulen van een vergadering
B
Mailtje naar een collega
C
Een post op instagram
D
Gesprek met je leidinggevende

Slide 26 - Quiz

Bespreken 
opdrachten 
Opdrachten 2 t/m 7 (Vaardigheden en Tools Business Services deel A) 

Iedereen klas toevoegen in BOOM 

Code (C-klas) : 3IZZ-N62E


Slide 27 - Slide

Eenzijdige, tweezijdige en 
meerzijdige communicatie

  • In het geval van eenzijdige communicatie is er sprake van eenrichtingsverkeer.
    Je verstuurt een boodschap maar de ontvanger reageert er niet op
  • Bij tweezijdige communicatie reageert de ontvanger op de boodschap van de
    zender. Er is sprake van tweerichtingsverkeer. 
  • Als er meer zenders en ontvangers tegelijkertijd bij de communicatie betrokken zijn,
    is dat meerzijdige communicatie. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

ZBMO-model
Z = zender
B = boodschap
M = medium
O = ontvanger

Slide 30 - Slide

Emoji's
https://nos.nl/op3/video/2399828-wie-bepaalt-welke-emoji-s-jij-kunt-gebruiken

Slide 31 - Slide

Pauze
pauze
15 minuten
timer
15:00

Slide 32 - Slide

Zelf aan de slag!
  • Opdrachten 2 t/m 7
  • Beroepsvaardigheden 8 t/m 18 (digitaal)
  • Beroepspraktijk één opdracht
     kiezen uit opdrachten 19 t/m 23.
  • Afsluiting opdrachten 24 t/m 26.
  • Test je kennis
  • Deelopdracht 1.1

Slide 33 - Slide

Deelopdracht 1.1
Eén zin verwijderen / doorstrepen
Pagina 8 
2e alinea 
een-na-laatste zin

''De jobcoaches leggen net als de accountmanagers verantwoording
   af aan Melanie de Groot''. 

Slide 34 - Slide

Deelopdracht 1.1
Organigram maken (Word) 
Word -> SmartArt -> Hiërarchie 

Deelopdrachten in 2-tallen

Slide 35 - Slide

In welk van de onderstaande organisaties heeft het niet zoveel zin om een organogram te maken?
A
Internationaal transportbedrijf
B
Scholengemeenschap
C
Eenmansbedrijf
D
Gemeente

Slide 36 - Quiz

Hoe noemen we deze
organisatie?
A
Lijn-staforganisatie
B
Lijnorganisatie
C
Matrixorganisatie
D
Projectorganisatie

Slide 37 - Quiz

Hoe kan je in een organogram zien wie de directie is ?
A
De positie van de directie staat links getekend
B
De positie van de directie staat bovenaan getekend
C
De positie van de directie staat van onderaan getekend
D
De positie van de directie staat rechts getekend

Slide 38 - Quiz

In een organogram worden de ondersteunende functie genoemd.
A
lijnfuncties
B
staffuncties
C
essentiële functies
D
belangrijke functies

Slide 39 - Quiz

Wat laat de horizontale lijn in een organogram zien?
A
de communicatielijnen in een organisatie
B
het onderscheid tussen de verschillende afdelingen
C
de rangorde in functies
D
medewerkers die op hetzelfde niveau in de organisatie werkzaam zijn

Slide 40 - Quiz

Zelf aan de slag!
-Beroepsvaardigheden 8 t/m 18
-Beroepspraktijk één opdracht
-Eén opdracht kiezen uit opdrachten 19 t/m 23.
-Afsluiting opdrachten 24 t/m 26. (Elevator pitch opnemen)

+ Test je kennis hoofdstuk 1 
+ Deelopdracht 1.1 (leereenheid / syllabus) -> maken organigram. 

Slide 41 - Slide

Einde les 
Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 42 - Slide

Bedankt voor jullie inzet en tot de volgende keer👋

Slide 43 - Slide