2.8 Spelling - Talent

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel

Slide 1 - Slide

Lekker lezen

  • Pak je schrift en begin met lezen
  • We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen


timer
6:00

Slide 2 - Slide

Startopdracht
Even oefenen, schrijf op:

De laatste zin die je hebt gelezen in je boek
Onderstreep de werkwoorden
Zet eronder tt of vt
Zet eronder sterk of zwak


timer
1:00

Slide 3 - Slide


  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We luisteren naar elkaar, ook om te leren.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 


    Afspraken

    Slide 4 - Slide

    Check
    Hoe voel je je op dit moment?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 5 - Poll

    2.8 Spelling
    In deze paragraaf leer je:

    • hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt.
    In deze paragraaf leer je:
    • hoe je het meervoud schrijft van woorden op -ie en -ee;
    • 10 dicteewoorden.

    Slide 6 - Slide

    Talent  Spelling blz. 133

    Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen
    Instructie en aantekeningen

    Slide 7 - Slide

    herhaling
    PERSOONSVORM IN DE TEGENWOORDIGE TIJD
    enkelvoud stam - De ik-vorm noemen we de stam van het werkwoord.
    ik loop
    loop ik
    loop jij?

    enkelvoud stam + t
    jij/u loopt
    hij/zij loopt
    het loopt

    Meervoud hele werkwoord 
     wij lopen
    jullie lopen
    zij lopen



    Slide 8 - Slide

    Theorie

    Slide 9 - Slide

    Theorie

    Slide 10 - Slide

    Dicteewoorden

    Slide 11 - Slide

    opdracht 5
    1 (vieren) Afgelopen zaterdag ............................. opa zijn verjaardag.

    2 (leven) De hele week .....................hij er al naar toe.

    3 (eten) Om het te vieren............................ we in een restaurant.

    4 (praten) Tijdens het eten .......................we gezellig met elkaar.

    5 (drinken) Opa .........................er een glaasje wijn bij.

    6 (lachen) Hij .......................... de hele tijd.

    Slide 12 - Slide

    Slide 13 - Slide

    opdr. 10

    Slide 14 - Slide

    Deze les
    nakijken opdracht 10
    Wat?
    m. opdr. 1, 2 samen + 3,4 
    m. opdr. 5 (samen)+ 6 = huiswerk!
    m. opdr. 7, 8 - opdr. 10 = huiswerk
    leren dicteewoorden opdr. 11 (online of blooket/kathoot maken)
    Hoe?
    Lees eerst de opdracht goed door.
    Beantwoord daarna de vragen in je werkboek.
    Hulp
    Vraag? Steek je vinger op.
    Tijd
    Timer
    Klaar?
    Oefenen online Test jezelf
    Aan het werk 
    timer
    10:00

    Slide 15 - Slide

    2.8 Spelling
    Aan het einde van deze lessen weet je

    • hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt.
    In deze paragraaf leer je:
    • hoe je het meervoud schrijft van woorden op -ie en -ee;
    • 10 dicteewoorden.

    Slide 16 - Slide

    Hoe is het deze les gegaan?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 17 - Poll

    Bij de les?


    Heb je alles af?
    Heb je nog vragen?
    Volgende les!


    leren voor de toets
    vragen over de toets







    Slide 18 - Slide