Het bijvoegelijk naamwoord

Tekst
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1,3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tekst

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 6 - Quiz

Let op! Onregelmatige vormen (herhaling)

Slide 7 - Slide

Let op een klinkerbotsing!
Nouveau wordt nouvel --> un nouvel ami

Beau wordt bel ---> un bel hôtel


Slide 8 - Slide

Vul de juiste vorm in:
la ______________ grand-mère
A
vieux
B
vieille
C
veielle
D
vieilles

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Mon _________________ copain
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 10 - Quiz

Vertaal:
La voiture est très (oud) _____________

Slide 11 - Open question

Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Les voitures sont (groen)
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts

Slide 13 - Quiz

Sommige woorden zijn onregelmatig!!

Slide 14 - Slide

Cette fille est ______________ (italien/italienne/ italiens/italiennes)
A
italien
B
italienne
C
italiens
D
italiennes

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Enkele voorbeelden

Slide 19 - Slide