This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Programma
Terugblik vorige les
Doelen van deze les
Uitleg paragraaf 3.3 en 3.4
10 minuten in stilte aan het werk
Bespreken vraag van de week
Aan het werk (keuze)
Afronding van deze les
Slide 1 - Slide
Bij welke economische marktvorm hoort de Nederlandse Spoorwegen (NS)
A
Monopolistische concurrentie
B
Monopolie
C
Volkomen concurrentie
D
Oligopolie
Slide 2 - Quiz
Een markt met groenten en fruit in de stad is een...
A
Concrete markt
B
Abstracte markt
Slide 3 - Quiz
Een pak suiker is een … product
A
Homogene
B
Heterogene
Slide 4 - Quiz
Doelen van deze les
Je weet hoe we vraag en aanbod in een grafiek kunt aflezen.
Je weet wat we bedoelen met evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid. Je kunt dit aflezen uit een grafiek
Je weet hoe je een vraag- en aanbodlijn moet tekenen (gegarandeerde bonusvraag in toetsweek 2).
Slide 5 - Slide
Toetsvraag!
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid
De evenwichtsprijs kun je aflezen door vanuit het snijpunt (waar vraag- en aanbodlijn kruisen) naar de verticale as te gaan. Dit doe je ook om de evenwichtshoeveelheid af te lezen, alleen ga je dan naar de horizontale as.
Slide 8 - Slide
Nog een keer oefenen?
Kom naar Montitijd economie
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Aan het werk
De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen.
Begin met het maken van vraag 35. Deze gaan we zo klassikaal bespreken.
Deze week verplicht maken: 36 en 40 t/m 47
timer
10:00
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Keuzewerk
Je kunt aan de slag met de volgende keuzes:
Huiswerk maken verplicht: 36 en 40 t/m 47.
Oefenen Quizlet
Maken eigen samenvatting + rekenopdrachten
Eigen keuze: in overleg met Tobias
timer
10:00
Slide 13 - Slide
Afronding van deze les
Je weet hoe we vraag en aanbod in een grafiek kunt aflezen.
Je weet wat we bedoelen met evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid. Je kunt dit aflezen uit een grafiek
Je weet hoe de overheid de markt kan beïnvloeden.
Je weet hoe je een vraag- en aanbodlijn moet tekenen (gegarandeerde bonusvraag in toetsweek 2).