Omgaan met klanten

• Bedrijfseconomie
• WO
• Studiejaar 4

Omgaan met Klant

Hoe kan je small-talk gebruiken in jouw voordeel

Via via hoor je dat de zoon van de persoon die je morgen zakelijk ziet jarig is. Wat doe je?

1. Koopt een race-auto voor hem
2. Feliciteer je zakelijke contact
3. Is privé, dus je noemt het niet
4. Feliciteer, en sla datum op

Tijdens de teammeeting word je door iemand van klantzijde onderuit gehaald met verkeerde data. Wat nu?

1. Laat zien dat de data fout is en jij gelijk hebt
2. Je hebt geen idee en bluft dat zij fout zitten
3. Geef aan dat je van mening verschilt en dit offline gaat uitzoeken
4. Jij weet het niet en geeft dit ruiterlijk toe

Superleuk gesprek, klant wil gaan roken. Jij rookt niet. wat doe je?

1. Lekker, mag ik bietsen?
2. Ik kan ook wel een luchtje gebruiken.
3. Nee, ik rook niet!
4. Ik moet toch even mijn emails doen

Welke onderwerpen liever niet bespreken?

Een gemaakte glimlach

1. Alleen als het oprecht is
2. Zeker, en op je knieën slaan!
3. Liever dan een oprechte chagerijnige bek
4. Maakt je benaderbaar