3 havo 4.3

Hoofdstuk 4
Paragraaf 3: Kracht, massa en versnelling

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
Paragraaf 3: Kracht, massa en versnelling

Slide 1 - Slide

Resultante
Oftewel: Resulterende kracht

= het effect van alle krachten samen

Als er meer dan één kracht op een voorwerp werkt, dan kunnen ze elkaar versterken of afzwakken. Het resultaat van de krachten samen kun je uitrekenen.


Slide 2 - Slide

Eerste wet van Newton
Als Fres = 0 N
Als alle krachten elkaar precies opheffen en dus Fres = 0 N dan:

verandert de snelheid van het voorwerp niet

(dus het voorwerp blijft door bewegen met de snelheid en de richting die hij al had of als hij stilstond dan blijft hij stilstaan)


Slide 3 - Slide

Wat als?
Fres < 0 N
Als de kracht met de bewegingsrichting mee, kleiner is dan de kracht tegen de bewegingsrichting in en dus Fres < 0 N dan:

wordt de snelheid van het voorwerp steeds kleiner

dit noem je een vertraagde beweging


Slide 4 - Slide

Wat als?
Fres > 0 N
Als de kracht met de bewegingsrichting mee, groter is dan de kracht tegen de bewegingsrichting in en dus Fres > 0 N dan:

wordt de snelheid van het voorwerp steeds groter

dit noem je een versnelde beweging


Slide 5 - Slide

Nieuw: Tweede wet van Newton
De resulterende kracht heeft dus invloed op de beweging van een voorwerp. Een voorwerp kan versnellen of vertragen onder invloed van een resulterende kracht.

Ook de massa van een voorwerp heeft invloed op zijn beweging. Een heel zwaar voorwerp is moeilijker om van snelheid te veranderen. Dit wordt ook wel de traagheid genoemd.

Slide 6 - Slide

Tweede wet van Newton
In een formule

Fres = m * a

Met Fres = resulterende kracht in N
m = massa in kg
a = versnelling in m/s2

Slide 7 - Slide

Voorbeeld

Hoeveel Fres is er nodig om een vrachtwagen van 18.000 kg in 5 seconden te laten afremmen van 50 km/h tot hij stil staat?

Slide 8 - Slide

Hoeveel Fres is er nodig om een vrachtwagen van 18.000 kg in 5 seconden te laten afremmen van 50 km/h tot hij stil staat?
Stap 1:
Δv = -50 km/h = - 13,9 m/s
a = Δv : Δt = -13,9 : 5 = -2,8 m/s2

Stap 2:
Fres = m * a = 18.000 * -2,8 = -50.000 N = -50 kN
(min omdat de Fres tegen de beweging in werkt)

Slide 9 - Slide

Huiswerk
maken online of in je schrift: paragraaf 4.3

Slide 10 - Slide