1. LAPBOOK maken

Een lapbook maken
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Introduction

- genres - realistisch - inleven - hoofdpersoon - uiterlijke kenmerken - karaktereigenschap

Instructions

Voorafgaand aan deze opdracht moeten de leerlingen geleerd en kennis gemaakt hebben met de genoemde doelen die zij moeten verwerken in een lapbook.

Het is fijn om leerlingen een A3-papier (al dan niet gekleurd) te geven. Geef aan in welke vorm dit papier gevouwen moet worden.

Voor ideeën en inspiratie kun je leerlingen verwijzen naar http://lapbooksindeklas.weebly.com/ .

Bijgevoegd het beoordelingsformulier.

Worksheets

Items in this lesson

Een lapbook maken

Slide 1 - Slide

Wat is een lapbook?

Een lapbook (schootboek) is een soort grote kaart met een
verzameling van mini-boekjes, klepjes en ander gevouwen materiaal waarin ruimte is voor tekeningen, verhalen en informatie.

Slide 2 - Slide

Opdracht: een lapbook maken

Je gaat een boek lezen en maakt daarna een lapbook.

Je laat hierbij zien dat je de geleerde begrippen begrijpt.

Slide 3 - Slide

DOEL

Je kent de volgende begrippen en kunt deze in een lapbook over een gelezen boek duidelijk maken:


1. Genres

2. Realistisch

3. Inleven

4. Hoofdpersoon

5. Uiterlijke kenmerken

6. Karaktereigenschap


Slide 4 - Slide

LEERDOELEN

1. Genres

2. Realistisch verhaal

3. Inleven

4. Hoofdpersoon

5. Uiterlijke kenmerken

6. Karaktereigenschap

Slide 5 - Slide

1. Genres (verhaalsoort)
  • hier-en-nu
  • historisch
  • oorlog
  • fantasie
  • fantasy
  • science fiction
  • griezel
  • gedichten

Slide 6 - Slide

Hier-en-nu
Historisch

- In deze boeken is geschiedenis belangrijk.


- Vaak lees je in deze boeken over nieuwsgierige en leergierige personages van vroeger en over avontuur.

- Dit zijn realistische verhalen die spelen in de echte wereld, zoals jij die kent. 


- Personages zouden echt kunnen zijn, gebeurtenissen zouden echt gebeurd kunnen zijn e.d.


- Het is voorstelbaar.


- Hier-en-nu kan humoristisch zijn, avontuurlijk, emotioneel, enzovoort.

Slide 7 - Slide

Oorlog
Fantasie

- Bijvoorbeeld sprookjes.

- Verhalen over een oorlog (bijvoorbeeld als avontuur of als waarschuwing).

Slide 8 - Slide

Fantasy
Science-fiction

- Een verhaal dat zich altijd in de verre toekomst
afspeelt.

- In fantasyboeken wordt er altijd over een andere
wereld (eventueel naast de wereld die wij kennen) geschreven.


- In deze andere wereld kunnen andere wezens e.d. bestaan.

Slide 9 - Slide

Griezel
Gedichten

- Boeken met gedichten.

- Boeken met griezelverhalen.

Slide 10 - Slide

2. Realistisch
De personen in het verhaal maken dingen mee die in het echt ook kunnen gebeuren.

Slide 11 - Slide

3. Inleven
Je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn of hoe iemand anders zich voelt.

Slide 12 - Slide

4. Hoofdpersoon
De persoon over wie het hele boek gaat.

Slide 13 - Slide

5. Uiterlijke kenmerken

Hoe iemand eruitziet.

Bijvoorbeeld: lang, slank, bruine ogen en blond haar.

Slide 14 - Slide

6. Karaktereigenschap

Hoe iemand is.

Bijvoorbeeld: vrolijk, slordig, grappig, lui of rustig.

Slide 15 - Slide

STAP 1: Het boek lezen

Leen een boek in de mediatheek of bibliotheek (geen A-boek).

Lees het boek.


Tip: Schrijf na elk hoofdstuk of deel van het boek een paar zinnen op waarin je vertelt waar het over gaat.


Noteer de titel zichtbaar in je lapbook.

Slide 16 - Slide

STAP 2: Samenvatting

Maak van de zinnen die je al hebt geschreven een mooi stukje tekst waarin je schrijft waar het verhaal over gaat en welke belangrijke dingen er in het verhaal gebeuren.


Vergeet niet:

- het begin van het verhaal

- het eind van het verhaal



Je mag typen of schrijven.

Vouw de samenvatting in een envelopje en plak deze in je lapbook.

Slide 17 - Slide

STAP 3: Genre

Tot welk genre hoort jouw boek?

Leg uit waarom en verwerk dit in je lapbook.


Kies uit:

hier-en-nu / historisch / oorlog / fantasie / fantasy / science fiction / griezel / gedichten





Slide 18 - Slide

STAP 4: Hoofdpersoon

Wie is de hoofdpersoon in jouw boek?

Vertel wat over het uiterlijk en over zijn/haar karaktereigenschappen.


Doe dit in minimaal vijf zinnen en verwerk dit in je lapbook.

Slide 19 - Slide

STAP 5: Realistisch

Is het verhaal in het boek dat je gelezen hebt realistisch of niet?


Geef drie voorbeelden uit het boek waarmee je

jouw antwoord uitlegt.


Verwerk dit in je lapbook.

Slide 20 - Slide

STAP 6: Inleven

Maak een tekening van een belangrijke gebeurtenis

in het verhaal.

Vertel in minimaal vijf zinnen iets over deze gebeurtenis.


Vertel in minimaal drie zinnen hoe
de hoofdpersoon zich op dit moment gevoeld zou hebben? Waarom denk je dat?


Slide 21 - Slide

STAP 7: Afwerken

Werk je lapbook netjes af met plaatjes en/of tekeningen die iets te maken hebben met het verhaal.





Slide 22 - Slide

Stap 8: Lapbook inleveren
Lever je lapbook in op de afgesproken datum.

Slide 23 - Slide

Boordeling lapbook
Het lapbook wordt beoordeeld. Daarna vul je de rubric fictie in.

Slide 24 - Slide

GELEERD?

Je kent de volgende begrippen en hebt deze in een lapbook over een gelezen boek duidelijk gemaakt:


1. Genres

2. Realistisch

3. Inleven

4. Hoofdpersoon

5. Uiterlijke kenmerken

6. Karaktereigenschap


Slide 25 - Slide

Hoe denk je dat je deze opdracht hebt gemaakt?
Ben je nu een kenner van de leerdoelen? Leg uit.

Slide 26 - Open question

Een lapbook maken

Slide 27 - Slide