Formuleren H1 + Schrijven H1 zinnen correct begrenzen

timer
10:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Formuleren H1
Schrijven H1

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Ik kan/weet:

  • verbindingswoorden en leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen.
  • begrijpelijk schrijven.

Slide 3 - Slide

Kan je deze tekst makkelijk lezen? Waarom wel / niet?
een groep amerikaanse mannen heeft dit weekend het wereldrecord voor de langste aan elkaar geknoopte baardketting verbeterd zij aan zij maakten de deelnemers een ketting die uiteindelijk zo'n 45 meter lang werd schrijft de casper star-tribune zaterdag volgens persbureau ap staat het vorige record voor de langste baardketting op iets meer dan 62 voet (bijna 19 meter) dat record werd gevestigd in duitsland het nieuwe record uit amerika is nog niet te vinden op de website van het guinness book of records dat wereldrecords bijhoudt

Slide 4 - Slide

Schrijf op in je schrift:
  1. Wanneer gebruik je een komma? 
  2. Wanneer gebruik je een hoofdletter? Geef 3 voorbeelden.
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Schrijven
Als je schrijft, wil je dat de lezer van je tekst in één keer begrijpt wat je bedoelt. Daarom moet je goed nadenken over ieder woord en iedere zin. Je tekst is begrijpelijk als de informatie in de tekst volledig en duidelijk is.











Slide 6 - Slide

Zinnen begrenzen
. Punt: achter een zin.
? Vraagteken: achter een vragende zin.
, Komma: tussen twee persoonsvormen.
, Komma: voor de verbindingswoorden: als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra.
 Geen komma voor en en of.

Slide 7 - Slide

Zo schrijf je begrijpelijk
Bedenk waarover je wilt schrijven. Maak een kladversie.

Controleer daarna de inhoud van je tekst:
– Is de tekst volledig? Weet de lezer nu alles wat hij moet weten?
– Is de tekst duidelijk? Begrijpt de lezer alles wat er staat?

Vul je tekst eventueel aan of maak de tekst duidelijker.

Controleer tot slot de vorm van de tekst. Is de tekst foutloos?
– Heb je geen woorden of letters vergeten?
– Staan er geen spelfouten of andere taalfouten in de tekst?
– Begint elke zin met een hoofdletter en eindigt elke zin met een punt, vraagteken of uitroepteken?

Slide 8 - Slide

Opdracht
H1 Schrijven
Maken opdracht 2, individueel.

Na 5 minuten vergelijk jij jouw antwoorden met die van je buurvrouw/-man.
* Welke antwoorden waren hetzelfde?
* Welke antwoorden waren anders? Waarom waren deze anders?


timer
5:00
Bij vragen, steek je je hand omhoog!

Slide 9 - Slide

Opdracht
H1 Schrijven
Maken opdracht 3, individueel, op een nieuw blad in je schrift.

Na 10 minuten wissel je je werk met dat van je buurvrouw /-man. Lees de tekst en geef elkaar commentaar. Gebruik het feedbackformulier.

timer
10:00
Bij vragen, steek je je hand omhoog!

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Af vrijdag 25-11:
Formuleren H1, maken opdr. 1 t/m 4

Slide 11 - Slide

Hoe laat begint de les vandaag!
A
Leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven.
B
Leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 12 - Quiz

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.
A
Leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
Leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 13 - Quiz

Een komma zet je ...

Je mag meerdere antwoorden kiezen
A
Tussen twee persoonsvormen
B
Tussen twee verbindingswoorden
C
Tussen twee moeilijke woorden
D
Tussen delen van een opsomming

Slide 14 - Quiz

Wat hebben we deze les gedaan?

Slide 15 - Open question

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 16 - Open question

Welke vragen heb je nog?

Slide 17 - Open question

Ik kan zinnen correct begrenzen met de juiste leestekens.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 18 - Poll

Ik kan zinnen correct begrenzen met behulp van verbindingswoorden.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 19 - Poll

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll