Les 2 schrijfdossier theorie 1 leestekens en begrenzing zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Lesplanning

* stillezen in je leesboek

* uitleg schrijfdossier

* theorie 1 opdrachtenboekje

* terugblik vorige les

* start 

Lesdoel

Aan het eind van de 

les kan/weet ik:

* verbindingswoorden en leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen.

* begrijpelijk schrijven.

Schrijfdossier

Je gaat een schrijfdossier maken. In dit schrijfdossier verzamel je verschillende schrijfopdrachten in één document. Dit document lever je uiteindelijk in. 

Over de theorie in het opdrachtenboekje samen met de theorie uit het handboek krijg je ook een schriftelijke toets.

Theorie

Leestekens en begrenzing zinnen

Kan je deze tekst makkelijk lezen? Waarom wel / niet?

een groep amerikaanse mannen heeft dit weekend het wereldrecord voor de langste aan elkaar geknoopte baardketting verbeterd zij aan zij maakten de deelnemers een ketting die uiteindelijk zo'n 45 meter lang werd schrijft de casper star-tribune zaterdag volgens persbureau ap staat het vorige record voor de langste baardketting op iets meer dan 62 voet (bijna 19 meter) dat record werd gevestigd in duitsland het nieuwe record uit amerika is nog niet te vinden op de website van het guinness book of records dat wereldrecords bijhoudt

Schrijf op in je schrift:

1. Wanneer gebruik je een komma? 
2. Wanneer gebruik je een hoofdletter? Geef 3 voorbeelden.

Schrijven

Als je schrijft, wil je dat de lezer van je tekst in één keer begrijpt wat je bedoelt. Daarom moet je goed nadenken over ieder woord en iedere zin. Je tekst is begrijpelijk als de informatie in de tekst volledig en duidelijk is.

Zinnen begrenzen

. Punt: achter een zin.

? Vraagteken: achter een vragende zin.

, Komma: tussen twee persoonsvormen.

, Komma: voor de verbindingswoorden: als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra.

 Geen komma voor en en of.

Zo schrijf je begrijpelijk

Bedenk waarover je wilt schrijven. Maak een kladversie.

Controleer daarna de inhoud van je tekst:

– Is de tekst volledig? Weet de lezer nu alles wat hij moet weten?

– Is de tekst duidelijk? Begrijpt de lezer alles wat er staat?

Vul je tekst eventueel aan of maak de tekst duidelijker.

Controleer tot slot de vorm van de tekst. Is de tekst foutloos?

– Heb je geen woorden of letters vergeten?

– Staan er geen spelfouten of andere taalfouten in de tekst?

– Begint elke zin met een hoofdletter en eindigt elke zin met een punt, vraagteken of uitroepteken?

Laptop

Pak een laptop en open je eerder gemaakte document.

Opdracht

Opdrachtenboekje opdracht 1 maken

E-mail schrijven aan een docent - zie keuzes in boekje

Eisen:

- hanteer de regels voor leestekens en hoofdletters.

- aanhef en afsluiting met een groet.

Bij vragen, steek je je hand omhoog!