This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
10.5 Ontwikkeling van de hersenen
Slide 1 - Slide
Doelen
Lesdoelen:
Je kunt vertellen uit welke drie delen je hersenen bestaan en waar elk deel voor dient
Je kunt uitleggen dat verschillende hersencentra op verschillende leeftijden tot rijping komen
Slide 2 - Slide
Programma
Lezen 10.5
Uitleg 10.5
Maken 10.5
Slide 3 - Slide
SOA's
Chlamydia
Aids
herpes genitalis
Hepatitis B
Gonorroe
Syfilis
Candida
Slide 4 - Drag question
De drie onderdelen van je hersenen
Slide 5 - Slide
Veranderingen na je kindertijd
Frontaalkwab:
Informatie beter onthouden en verwerken
Plannen
Beter jezelf remmen
Limbisch systeem:
Reageert op emoties en beloningen
In puberteit extra gevoelig
Slide 6 - Slide
EEG
Slide 7 - Slide
Hersencentra
Slide 8 - Slide
www.tergooi.nl
Slide 9 - Link
Herseninfarct of beroerte
Oorzaak: een bloedvat in de hersenen kan verstopt zijn (herseninfarct) of kapot zijn gegaan (hersenbloeding)
Gevolg: Een deel van de hersenen sterft af. Kan dodelijk zijn of hersenbeschadiging veroorzaken
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Sensorische centra
Elk zintuig heeft een eigen centrum in de linker EN rechter hersenhelft
Hoe groter en complexer de informatiestroom, hoe groter het oppervlak van het centrum in de hersenen
Slide 12 - Slide
Het brein van een beelddenker
”
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Welke hersenhelft dominant is, de linker of de rechter, kan helpen bij het verklaren waarom de ene persoon anders leert dan de andere.
Slide 15 - Slide
Dit hersencentrum moet zich nog ontwikkelen in de puberteit
A
het gebied van Broca
B
het limbisch systeem
C
de frontaalkwab
D
gebied van zintuigelijke waarneming
Slide 16 - Quiz
Bij een herseninfarct is een ader in de hersenen verstopt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Wat doen de hersenen?
A
Zij zorgen dat jij kunt nadenken
B
Zij zorgen dat jij kunt leren
C
Zij sturen jouw hele lichaam
D
Zij doen soms pijn en dan heb je hoofdpijn
Slide 18 - Quiz
Als je veel alcohol drinkt, wordt je coördinatie minder. Op welk deel van je hersenen heeft alcohol blijkbaar vooral invloed? A. grote hersenen / B. kleine hersenen C. hersenstam / D. hersenschors
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
hersenschors
Slide 19 - Quiz
De meeste donororganen zijn afkomstig van hersendode patiënten. Wat is hersendood?
A
Een fatale vorm van hersenbeschadiging die onherstelbaar is.
B
Een zware vorm van hersenbeschadiging, herstel is echter mogelijk.
Slide 20 - Quiz
De grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg samen noem je
A
zenuwen
B
centrale zenuwstelsel
Slide 21 - Quiz
Door trainen en leren maak je nieuwe verbindingen tussen zenuwcellen en maak je andere verbindingen sterker!