5.3/5.4

5.3 en 5.4: Hersenen/Ruggenmerg
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.3 en 5.4: Hersenen/Ruggenmerg

Slide 1 - Slide

Korte terugblik

Slide 2 - Slide

Drie typen zenuwcellen:
gevoelszenuwcellen
(bij prikkel)

schakelcellen
(van zenuw tot zenuw)

bewegingszenuwcellen
(bij spier of klier)

Slide 3 - Slide

zenuwcellen

Slide 4 - Slide

Een zenuwcel

1. Korte uitloper

2. Cellichaam

3. Celkern

4. Lange uitloper

5. Isolerend laagje

(6. Synaps)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

prikkel verwerking

Slide 7 - Slide

Ruggenmerg
Verbindt veel zenuwen met hersenen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zenuwcellen in ruggenmerg

Slide 10 - Slide

Wervelkanaal
Ruggenmerg ligt in het wervelkanaal.
Een opening in de wervels.


Slide 11 - Slide

Grijze en witte stof
Grijze stof: midden
Cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen

Witte stof: zijkant
Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)

Slide 12 - Slide

De Hersenen
De hersenen bestaan uit: de hersenstam,
de grote hersenen en de kleine hersenen

De hersenstam ligt in het verlengde van het
ruggenmerg.

De hersenstam geleidt de impulsen van het
ruggenmerg naar de grote en kleine hersenen.

Slide 13 - Slide

En...
De hersenstam stuurt ook belangrijke levensfuncties aan zoals:
  • Hartslag
  • Ademhaling
  • Bloeddruk
  • Lichaamstemperatuur

Slide 14 - Slide

Grote en kleine hersenen
  • Bestaan beide uit een linker- en rechterhelft.

Grijze stof:
  • In de hersenschors.
  • Hierin liggen de cellichamen van de
    schakelcellen van de hersenen.

Witte stof:
  • Binnenste gedeelte.
  • Hierin liggen uitlopers van schakelcellen. 

Slide 15 - Slide

Hersencentra
In de grote hersenen komen veel impulsen binnen vanaf de zintuigen. 

In de grote hersenen liggen de cellichamen van de schakelcellen in groepen bij elkaar: de hersencentra
Deze worden onder verdeeld in:
gevoelscentra en bewegingscentra

Slide 16 - Slide

Gevoelscentra en bewegingscentra
Gevoelscentra ontvangen informatie 
van zintuigen.
Bewegingscentra sturen spieren 
en klieren aan. 

Voor elk lichaamsdeel is er in elke 
hersenhelft een centrum voor 
bewegen en voelen. 

Slide 17 - Slide

Gevoelscentra en bewegingscentra
Binnenkomende impulsen vanaf zintuigen worden verwerkt
Dan pas bewustwording: je ziet iets, je voelt iets. 

In de bewegingscentra kunnen impulsen ontstaan
Die worden via centrale zenuwstelsel en bewegingszenuwen naar spieren geleid. 

Vaak veel bewegingen tegelijkertijd: de kleine hersenen zorgen ervoor dat alle bewegingen op elkaar zijn afgestemd: coördinatie

Slide 18 - Slide

Filmpje van hersenoperatie
Zingen als je geopereerd wordt aan je hersenen?!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Het zenuwstelsel beïnvloeden
Stoffen die de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden:
Medicijnen, tabak, drugs en alcohol.

Deze stoffen kunnen het doorgeven van impulsen remmen of stimuleren. 

Slide 21 - Slide

Medicijnen en drugs
Morfine: verdooft pijn

Nicotine: stimuleert hersenen stoffen aan te maken die je een goed gevoel geven.
Drugs kunnen stimulerend (XTC, cocaïne) of verdovend (wiet, alcohol) zijn. Waarnemingen gedaan door de zintuigen kunnen vervormd worden. 

Slide 22 - Slide