This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Welkom V6!
Slide 1 - Slide
Programma
Aan de slag met tekst 6
Argumentatie en drogredenen
Functiewoorden
Slide 2 - Slide
Aan de slag!
We lezen samen tekst 6, onderstreep tijdens het lezen!
Daarna maken we de vragen een voor een via Lessonup, het is belangrijk dat je dit op tempo doet.
Slide 3 - Slide
Vraag 1
A
fg
B
fg
C
fg
D
fg
Slide 4 - Quiz
Vraag 2
Slide 5 - Open question
Vraag 3
Slide 6 - Open question
Vraag 4
A
gh
B
h
C
dh
D
dh
Slide 7 - Quiz
Vraag 5
Slide 8 - Open question
Vraag 6
Slide 9 - Open question
Vraag 7
Slide 10 - Open question
Vraag 8
A
fgh
B
dh
C
dhf
D
hdf
Slide 11 - Quiz
Vraag 9
Slide 12 - Open question
Vraag 10
Slide 13 - Open question
Vraag 11
Slide 14 - Open question
Vraag 12
Slide 15 - Open question
Argumentatieschema's
Slide 16 - Slide
Autoriteit
Je mag niet door rood rijden
want dat staat in de wet.
Slide 17 - Slide
Vergelijking
Nederland moet meer investeren in duurzaamheid
want Duitsland doet dat ook.
Slide 18 - Slide
Voorbeeld
Een topfunctie is haalbaar voor Nederlandse vrouwen
want Neelie Smit Kroes is jarenlang Eurocommissaris geweest.
Slide 19 - Slide
Kenmerk of eigenschap
Dat is een goede zanger
want hij zingt altijd zuiver.
Slide 20 - Slide
Oorzaak - gevolg
Hij heeft een onvoldoende gehaald
want hij heeft niet geleerd
Slide 21 - Slide
Voordelen-nadelen
Je moet je huiswerk maken
want anders zul je nooit een voldoende halen
Slide 22 - Slide
Voordelen-nadelen
Laten we deze zomer op vakantie naar Frankrijk gaan
want dan hebben we de grootste kans op mooi weer
Slide 23 - Slide
Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?
Slide 24 - Slide
Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld
Slide 25 - Quiz
Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk-eigenschap
D
Oorzaak-gevolg
Slide 26 - Quiz
Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit
Slide 27 - Quiz
Mobieltjes zijn verboden tijdens de les, anders hebben de leerlingen totaal geen aandacht voor wat de docent uitlegt.
A
Kenmerk of eigenschap
B
Voordelen-nadelen
C
Vergelijking
D
Oorzaak-gevolg
Slide 28 - Quiz
Volgens Johan Cruijff moest Ajax meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
Voordelen-nadelen
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Autoriteit
Slide 29 - Quiz
Waarom zou ik orgaandonor worden? Ik heb er zelf niets aan.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk of eigenschap
D
Voorbeeld
Slide 30 - Quiz
Waarom moet ik een briefje halen? Isabelle was vorige les ook te laat en zij hoefde geen briefje te halen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Voorbeeld
D
Autoriteit
Slide 31 - Quiz
Deze supermarkt vindt omzet belangrijker dan dierenleed, want het merendeel van het kippenvlees in de schappen is afkomstig van plofkippen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Kenmerk of eigenschap
D
Voordelen-nadelen
Slide 32 - Quiz
Eet nooit legbatterij-eieren. De manier waarop die kippen worden behandeld, is misdadig.
A
Voorbeeld
B
Voordelen-nadelen
C
Autoriteit
D
Kenmerk of eigenschap
Slide 33 - Quiz
Drogredenen
Drogredenen zijn fouten in argumentatie.
Er zijn twee soorten drogredenen:
Fout in argumentatieschema
Discussieregel wordt overtreden
Slide 34 - Slide
Fout in argumentatie-schema
Overtreding discussieregel
Slide 35 - Slide
Drogreden oorzaak-gevolg
De daling van de werkeloosheid sinds de regeringswisseling
is te danken aan de nieuwe regering.
Slide 36 - Slide
Drogreden van kenmerk of eigenschap
Zijn moeder kan best goed met jongeren omgaan,
ze is dus de ideale biologielerares!
Slide 37 - Slide
Overdrijven (voordelen-nadelen)
Als jij je kamer nou eens opruimt, dan ben je nooit meer je sokken kwijt en kun je voortaan een kwartier langer slapen.
Slide 38 - Slide
Vals dilemma (voor- en nadelen)
NSB-propaganda uit de jaren '30
Slide 39 - Slide
Overhaaste generalisatie
'Mijn opa kan echt niets met een mobieltje.
Alle bejaarden zijn digibeet.'
Slide 40 - Slide
Drogreden valse vergelijking
Je mag dat boek niet dubbelvouwen!
Ik vouw jouw rug toch ook niet dubbel!
Slide 41 - Slide
Drogreden van autoriteit
Zijn vader is de muziekleraar. Hij is dus de beste optie voor onze band om de zanger te worden.
Slide 42 - Slide
Persoonlijke aanval
Je gelooft die pedagoog toch niet?
Die kan zijn eigen kinderen niet eens opvoeden!
Slide 43 - Slide
Ontduiken bewijslast
"Bewijs jij dan maar eens dat het niet zo is!"
Slide 44 - Slide
Vertekenen standpunt
"Dat heb je misschien niet zo slim aangepakt."
"Dus jij zegt dat ik dom ben?"
Slide 45 - Slide
Bespelen van het publiek
"Jullie zijn natuurlijk allemaal slim genoeg
om mijn standpunt te begrijpen."
Slide 46 - Slide
Cirkelredenering
"Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt."
"Ik vind dit een mooi boek, omdat ik het leuk vind."