NT2 meervoud (Basisgrammatica les 9)

Meervoud
lange en korte klank
s/z
f/v
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Meervoud
lange en korte klank
s/z
f/v

Slide 1 - Slide

Wat is het meervoud van:
grens

Slide 2 - Open question

Wat is het meervoud van:
traan
A
traans
B
traanen
C
tranen

Slide 3 - Quiz

klinkers?

Slide 4 - Mind map

medeklinkers?

Slide 5 - Mind map

boom  -  bomen
tas - tassen

Slide 6 - Slide

herhaling
lange klank in kort woord: aa/oo/uu/ee
lange klank in lang woord:
1)woord delen
2) lange klank aan einde woord-deel?
ma-nen
3) staat er nog een medeklinker?
maan- den

Slide 7 - Slide

Wat is het meervoud van:
kleed
A
kleden
B
kleeden
C
kledden

Slide 8 - Quiz

want
kleed
verdeel in woordgroepen:Klee - den
ee staat aan het einde
dus 1 e weg

Slide 9 - Slide

Wat is het meervoud van:
laars
A
larsen
B
laarzen
C
laarsen

Slide 10 - Quiz

want
laars
1) verdeel in woorddelen laar -sen
2) de klinker staat niet aan het einde dus de twee aa's blijven!
(nog een ander probleem is de s /z en de v/f)

Slide 11 - Slide

brief - brieven
doos - dozen

Slide 12 - Slide

s/z v/f
de Z komt nooit aan het einde van een woord, dan wordt het een S
de V komt nooit aan het einde van een woord, dan wordt het een F
de S en de V komen niet tussen twee klinkers
(ss wel; vissen)

Slide 13 - Slide

Wat is het meervoud van:
golf
A
golven
B
golfen
C
golfs

Slide 14 - Quiz

meervoud van reis
A
reisen
B
reissen
C
reizen

Slide 15 - Quiz

man
meervoud van MAN = mannen
waarom nu twee medeklinkers?

Anders staat er manen
het meervoud 
van MAAN

Slide 16 - Slide

NOG EVEN KORT
lange klank in een kort woord: aa/ee/oo/uu
lange klank in een lang woord; soms a en soms aa
ligt aan of de klinker alleen staat

korte klank in een kort woord:
pot/bak/leg
in een langer woord (meervoud) potten, bakken, leggen

Slide 17 - Slide

wat is het meervoud van:
bak
A
baks
B
baken
C
bakken

Slide 18 - Quiz

Wat is het meervoud van:
blok
A
bloken
B
blokken
C
bloks

Slide 19 - Quiz

Wat is het meervoud van:
vinger

Slide 20 - Open question

Wat is het meervoud van:
mand

Slide 21 - Open question