AG lj 3 MZ 1 Thema 10 Gespecialiseerde begeleiding

1 / 21
next
Slide 1: Video
AgogiekMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Noem voorbeelden van informatie om het geheugen in de leefomgeving te ondersteunen:

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

De belevingswereld van de oudere cliënt met geheugenproblemen staat centraal in je begeleiding
Eens
Oneens

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Een filosofische leer die de beleving van een verschijnsel bestudeert en de essentie van iemands beleving probeert af te leiden.
Een bijeenkomst met activiteiten die gericht zijn op het leven van alledag.
Een gestructureerde manier om met herinneringen te werken.
Een manier van omgaan met de cliënt die aansluit op de belevingswereld van de cliënt.
Een principe, door de Nederlandse verpleegarts Hans Houweling ontwikkeld om dementerenden geborgenheid te bieden.
Validation
Warme zorg
Groeps-ROT
Fenomenologie
Reminiscentie

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide


Meneer Heijmans heeft nog weinig contacten. Hij komt somber over. Hij is in zijn hoofd veel bezig met negatieve herinneringen. Welke begeleidingsmethode kies je? Waarom?

Slide 19 - Open question

Mevrouw Van Beelen vergist zich steeds in de dag. Laatst was ze op dinsdagochtend naar de kerk gegaan. Vol verbazing stond ze voor een dichte deur. Ze raakte hier zo van in de war dat ze even niet wist wat ze moest doen. Ze besloot weer naar huis te gaan. Toen moest ze goed nadenken over welke route ze naar huis moest nemen. Welke begeleidingsmethode kies je? Waarom?

Slide 20 - Open question

Meneer Hansen voelt zich thuis vaak onrustig. Hij zegt dan vaak tegen zijn vrouw ‘Waar zijn we? Ik wil naar huis. Wanneer gaan we naar huis?’
Welke begeleidingsmethode kies je? Waarom?

Slide 21 - Open question