Het huis
Welke kamer begint met een W?
1 / 15
Items in this lesson
Welke kamer begint met een W?
Slide 1 - Open question
Hoe heet een huis met veel verdiepingen?
A
boerderij
B
rijtjeshuis
C
woonwagen
D
flat
Slide 2 - Quiz
Waar kookt de kok?
A
in de woonkamer
B
in de keuken
C
in de slaapkamer
D
in de badkamer
Slide 3 - Quiz
Het is buiten.
Het is voor of achter het huis.
Het is daar fijn in de zomer.
Het is voor of achter het huis.
Het is daar fijn in de zomer.
A
De badkamer
B
de tuin
C
de garage
D
de slaapkamer
Slide 4 - Quiz
Ik sta onder de douche.
Ik ben in de ................
Ik ben in de ................
A
slaapkamer
B
woonkamer
C
keuken
D
badkamer
Slide 5 - Quiz
Elk huis heeft het.
Soms is het plat.
Soms heeft het een punt.
Soms is het plat.
Soms heeft het een punt.
A
een dak
B
een muur
C
een raam
D
een huis
Slide 6 - Quiz
Ik loop naar boven.
Ik loop naar beneden.
Ik loop over de .................
Ik loop naar beneden.
Ik loop over de .................
A
tree
B
trap
C
lift
D
gang
Slide 7 - Quiz
De kamer onder het dak heet ......................
A
de kelder
B
de keuken
C
de gang
D
de zolder
Slide 8 - Quiz
Wat is dit?
A
de keuken
B
de goot
C
de schoorsteen
D
de regenpijp
Slide 9 - Quiz
Wat is dit?
A
de deur
B
de flat
C
de gang
D
de lift
Slide 10 - Quiz
Het is klein. Er zijn weinig huizen. Er wonen niet veel mensen.
A
de stad
B
het dorp
C
het land
D
nederland
Slide 11 - Quiz
Er wonen veel mensen. Het is druk. Er zijn veel gebouwen.
A
het dorp
B
de markt
C
het verkeer
D
de stad
Slide 12 - Quiz
Wat is dit?
A
een tv
B
een apparaat
C
een televisie
D
een vis
Slide 13 - Quiz
De man maakt schoon met de
........................................
........................................
A
bank
B
borstel
C
stofzuiger
D
dweil
Slide 14 - Quiz
Hier zet de bewoner zijn auto in.
Het is de .......................
Het is de .......................
A
keuken
B
slaapkamer
C
woonkamer
D
garage
