kun je een tekst lezen met behulp van het Leesplan;
herken je tekstsoorten en tekstdoelen
kun je de beste leesmanier kiezen
kun je het onderwerp van een tekst of alinea benoemen
Slide 4 - Slide
Leerdoelen week 44
Je hebt een recensie geschreven en hierbij 3 beoordelingswoorden gebruikt
Je gaat oefenen met je presentatievaardigheden
Ik heb de leerdoelen van blok 1 en 2 lezen behaald..
Slide 5 - Slide
Les 1
Lezen
Slide 6 - Slide
BOEKPROMOTIE!
Slide 7 - Slide
Les 2
Hoofdstuk 1 Lezen
KGT 1.13 en 1.14 alle opdrachten
Slide 8 - Slide
Leesplan
Je begint niet meteen met lezen, maar verkent eerst de tekst en de inhoud. Pas dan lees je de tekst. Tijdens het lezen let je goed op of je alles begrijpt wat je leest. Na het lezen verwerk je de tekst.
Verkennen - begrijpen - verwerken
Slide 9 - Slide
Welke onderdelen gebruik je bij verkennend lezen?
Slide 10 - Open question
Wat is het verschil tussen grondig en zoekend lezen?
Slide 11 - Open question
de lezer iets nieuws vertellen
de lezer vermaken of laten lezen voor zijn plezier
de lezer overhalen iets te doen
de lezer uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet
een mening geven en uitleggen waarom die mening waar is
informerende tekst
amuserende tekst
aansporende tekst
uitleggende tekst
overtuigende tekst
Slide 12 - Drag question
Aan de slag!
Blok 1
LEZEN
KGT
1.13 en 1.14 alle opdrachten
Slide 13 - Slide
Les 3
Hoofdstuk 1 Lezen
KGT 1.13 en 1.14 alle opdrachten
Slide 14 - Slide
Theorie
Een onderwerp bestaat vaak uit verschillende stukjes. Die stukjes noem je deelonderwerpen.
Het stukje tekst over een deelonderwerp noem je een alinea.
Een alinea begint altijd op een nieuwe regel.
Boven een alinea kan een tussenkopje staan. Een tussenkopje geeft aan waar de alinea over gaat.