Comment chercher dans un dictionnaire

Comment chercher dans un dictionnaire?
Waar moet je op letten als je in een woordenboek zoekt? 

Bedenk drie dingen. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Comment chercher dans un dictionnaire?
Waar moet je op letten als je in een woordenboek zoekt? 

Bedenk drie dingen. 

Slide 1 - Slide

Chercher quelque chose au dictionnaire
Het lijkt simpel, iets opzoeken in een papieren woordenboek, maar let op: 
1. Zoek een woord op bij de meest basale vorm:
- zelfstandig naamwoord in het enkelvoud
- bijvoeglijk naamwoord in het enkelvoud mannelijk
- werkwoordvorm bij het hele werkwoord
- uitdrukking bij het eerste zelfstandig naamwoord of anders werkwoord
2. LEES DOOR. Een woord kan meerdere betekenissen hebben. Pak niet klakkeloos de eerste, maar kijk wat het beste in de zin past.

Slide 2 - Slide

Gérard Dépardieu était un acteur célèbre.

Onder welk woord vind je "célèbre" in het woordenboek?
A
célèbre
B
célèbres
C
célébrer
D
célébration

Slide 3 - Quiz

Aujourd'hui, il célèbre son anniversaire.

Onder welk woord vind je "célèbre" in het woordenboek?
A
célèbre
B
célèbres
C
célébrer
D
célébration

Slide 4 - Quiz

Waar komt een woord vandaan:
Dat hangt er maar vanaf. 

célèbre - beroemd

célébrer - vieren --> il célèbre: hij viert
la célébration - de viering

Slide 5 - Slide

Cherchez au dictionnaire: 
Noteer van de volgende dikgedrukte woorden in de zinnen eerst onder welk woord je het woord of de uitdrukking gevonden hebt. Schrijf daarna de vertaling volgens het woordenboek op. 

Slide 6 - Slide

Cherhez au dictionnaire:
1. Au lieu de me dire la vérité, il a inventé de nouveaux mensonges.
2. Maintenant, j'ai vraiment du mal à lui faire confiance.
3. Elle était en train de faire la vaisselle, quand elle a entendu la nouvelle.
4. Les résultats n'étaient pas étonnants, mais j'étais quand-même un peu déçu
5. Les nouvelles de la situation sont inquiétantes.
6. J'ai découvert qu'elle a été très généreuse.

Slide 7 - Slide

Staat onder lieu: plaats, plek

~ staat voor het woord dat je gezocht hebt, in dit geval lieu

Verderop, bij uitdrukkingen, staat au ~ de  - in plaats van

Slide 8 - Slide

Mensonge: de leugen of het liegen
In de zin staat mensonges - dus leugens 

Slide 9 - Slide

Soms moet je ver doorlezen en heel goed op de kleine woordjes letten! 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vaak heb je geluk en staat het woord er letterlijk in. 
Maar om te laten zien: ook dit woord is ergens vanafgeleid. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Soms staat het woord er wel letterlijk in, maar als je de vertaling in de zin probeert in te vullen, wordt de zin heel vreemd. 

Ik heb open veld? 
Ik heb onbedekt / open? 

Dan komt het waarschijnlijk van een heel werkwoord en moet je verder lezen.

Slide 16 - Slide

(fig) betekent: figuurlijke betekenis. Dus niet letterlijk, maar beeldspraak. In dit geval past de figuurlijke betekenis niet echt in de zin. Soms wel! 

Slide 17 - Slide