Les 1 Oriëntatie in de VVT


Oriëntatie op de branche VVT
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Oriëntatie op de branche VVT

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Doelen van vandaag
Aan het eind van de les weet je :
* Waar VVT voor staat


* Wat het verschil is tussen een verzorging- en verpleeghuis
* Waar het verouderingsproces invloed op heeft

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Waar staat de afkorting VVT voor?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wanneer is een verpleeghuis geschikter dan een verzorgingshuis?
A
Bij intensieve zorgbehoefte of zware medische behandelingen.
B
Bij behoefte aan uitgebreide zorg en ondersteuning.
C
Bij een beschutte woonomgeving voor ouderen en zieken.
D
Bij zelfstandig wonen met hulp van naasten, mantelzorg of thuiszorg.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verzorgingshuis?
A
Een plek waar ouderen en zieken zelfstandig kunnen wonen met hulp.
B
Een instelling voor intensieve zorg en medische behandelingen.
C
Een instelling voor uitgebreide zorg, ondersteuning en beschutte woonomgeving als zelfstandig wonen niet meer mogelijk is.
D
Een plek waar alleen mantelzorg wordt verleend.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verpleeghuis?
A
Een instelling voor intensieve zorg en medische behandelingen.
B
Een instelling voor uitgebreide zorg en ondersteuning.
C
Een beschutte woonomgeving voor ouderen en zieken.
D
Een plek waar zelfstandig wonen mogelijk is met hulp.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke doelgroep kom je veel tegen in de VVT branche?
A
baby`s
B
jongeren
C
volwassenen
D
ouderen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke soorten zorgvragers kom je tegen in de VVT?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Tekst
zorg met huisvestiging
Deeltijds-
zorg
Thuiszorg
verpleeghuis

verzorgingshuis 
revalidatiecentra
dagverzorging
dagbehandeling
nachtzorg 
huishoudelijke zorg
kraamzorg

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

WAT KOMT IN JE OP ALS JE DENKT AAN HET VEROUDERINGSPROCES?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

VEROUDERINGSPROCES
Endogene factoren 

Exogene factoren

Slide 12 - Slide

Endogeen zijn vastgelegd in je erfelijk eigenschappen.
Exogene factoren zijn veroudering door je levensstijl of je omgeving.
Lichamelijke veroudering
Cognitieve veroudering
spiermassa neemt af
moeilijker kunnen lopen
afbraak van botcellen
dunnere haren
dunnere huid
mindere werking van de organen
waarneming
vergeetachtigheid
gedesoriënteerd  
Het coördineren van voeten, handen
informatie opslaan
denken

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn volgens jou kenmerken van kwetsbare ouderen?

Slide 14 - Mind map

VERMINDERDE MOBILITEIT

MULTIMORBITITEIT

ONDERVOEDING EN UITDROGING
Maak groepjes van vier 


Ontwerp samen jullie ideale zorgcentrum voor ouderen.
Doe dat bijvoorbeeld in de vorm van een plattegrond met beschrijvingen of maak een presentatie met de computer. Houd in je ontwerp er rekening mee dat:

zowel oudere zorgvragers met somatische problematiek als zorgvrager met psychogeriatrische problematiek hierin een plek hebben;

het zorgcentrum zowel de voorziening van zorg met huisvesting, als deeltijdzorg en zorg thuis vervult;

je zo veel mogelijk probeert tegemoet te komen aan de behoeften van de ouderen en de gevolgen van het ouder worden.

Presenteer je ontwerp aan de groep. Motiveer in je presentatie je keuzes.
Bespreek samen wat het meest ideale ontwerp is.


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Evalueren
  • Waar staan de letters VVT voor?
  • Wat is het grootste verschil tussen een verzorging-en verpleeghuis?
  • Waar kan het verouderingsproces invloed op hebben?
  • Wat is je in deze les het meest bijgebleven?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions