Mavo 4 §1.3

Welkom  
economen!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom  
economen!

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1
Paragraaf 1.3
Wil je welvaart of welzijn?

Slide 2 - Slide

Vandaag leer je:
  1. Waarom we prioriteiten moeten stellen.
  2. Wat schaars betekent.
  3. Wat het verschil is tussen welzijn en welvaart.
  4. Wat indexcijfers zijn en hoe we er mee moeten rekenen.

Slide 3 - Slide

Kun jij alles kopen wat je wilt?

Slide 4 - Slide

Opdracht: behoeften/ prioriteiten 
  1. Schrijf 5 dingen op die je in de vakantie gekocht hebt.
  2. Geef aan of je met deze aankoop een primaire of secundaire behoefte hebt bevredigd.
  3. Geef met nummer 1 t/m 5 aan welke je het belangrijkst vindt. Nummer 1 is het belangrijkst, nummer 5 het minst. 
  4. Wat valt je op aan je eigen lijst? 

Slide 5 - Slide

Prioriteiten stellen
Omdat je te weinig tijd en geld hebt om alles te doen, wat je zou willen doen, moet je prioriteiten stellen (=keuzes maken) wat je met je middelen (= tijd en geld) wilt doen.

Wat valt hierbij vaak op:
  • Meestal eerst basisbehoeften! 
  • Iedereen maakt andere keuzes!


Slide 6 - Slide

 Tijd
Geld

Slide 7 - Slide

Schaars
Wat bedoelen we in de economie met schaars?

Slide 8 - Slide

Schaars
Wat bedoelen we in de economie met schaars?
In de economie is een product schaars als er productiemiddelen moeten worden opgeofferd om de producten te maken

Slide 9 - Slide

Schaarse en Vrije goederen
Schaars goed: 
  • Goederen die er niet zijn zonder inspanning (middelen)
  • Goederen waarvoor je moet betalen.
Vrije goederen: 
  • Goederen waarvoor je niet hoeft te betalen.
  • Goederen die niet schaars zijn.

Slide 10 - Slide

Welzijn en welvaart

Welvaart


Welzijn   

Slide 11 - Slide

Welzijn en welvaart

Welvaart


Welzijn   
De mate je in je behoeften kunt voorzien
De kwaliteit van je leven. De mate waarin je je gelukkig voelt

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 
Dit jaar verdien je € 2300 bruto per maand. 
Vorig jaar verdiende je € 2000 bruto per maand. 

Hoeveel procent is je salaris gestegen?

(Nieuw - oud) : oud x 100%

Slide 14 - Slide

Indexcijfer
Indexcijfer laat de procentuele verandering zien ten opzichte van het basisjaar. 
Basis jaar = 100

Slide 15 - Slide

Indexcijfer
Indexcijfer laat de procentuele verandering zien ten opzichte van het basisjaar. 
Basis jaar = 100
Indexcijfer = nieuw getal : getal basisjaar x 100

Slide 16 - Slide

Indexcijfer berekenen
Indexcijfer = nieuw getal ÷ getal in het basisjaar x 100


Voorbeeld
  • In het basisjaar is de prijs van een spijkerbroek € 30. Vijf jaar    later is de prijs € 34.
  • Het nieuwe indexcijfer is € 34 ÷ € 30 x 100 = 113,3.

Slide 17 - Slide

Aan het werk!!
6.1 opgaven 2, 4, 6
herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1
Aan het werk!!
  1. Maak vanaf blz. 18 opdr. 2-3-5-9-10-12
  2. blz. 29 opdr. 13-14-15
  3. blz. 33 opdr. 12
Wat vond jij van de lesstof?
lastig    of      makkelijk
  1. Maak vanaf blz. 18 opdr. 2-3-5-9-10-12
  2. blz. 31 opdr. 12-13-14
  3. blz. 33 opdr. 12

Slide 18 - Slide

Vandaag hebben we geleerd:
  1. Waarom we prioriteiten moeten stellen.
  2. Wat schaars betekent.
  3. Wat het verschil is tussen welzijn en welvaart.
  4. Wat indexcijfers zijn en hoe we er mee moeten rekenen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide