Les Frans MB2C

Bienvenue au petit cours de français ! 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransBasisschoolGroep 8

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bienvenue au petit cours de français ! 

Slide 1 - Slide

Je me présente
  • Je m'appelle ...
Monsieur
Madame Leanne
  • Je suis ...
prof de français

  • Comment tu t'appelles ?

Slide 2 - Slide

Ben jij wel eens in La France op vakantie geweest?

     Staan = Oui (ja)

     Zitten = Non (nee)

Slide 3 - Slide

Hoeveel stokbroden worden er jaarlijks in Frankrijk verkocht?
A
580.000
B
20 miljoen
C
5 miljoen
D
6 miljard

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de supersnelle trein die tussen Nederland en Frankrijk rijdt?
A
de Concorde
B
de Eurostar
C
de Thalys
D
de sprinter

Slide 5 - Quiz

Welke van deze striphelden zijn Frans?
A
Suske & Wiske
B
Astérix & Obélix
C
Donald Duck & Mickey
D
Ironman & de Hulk

Slide 6 - Quiz

In welk werelddeel wonen de meeste Franssprekende mensen?
A
In Noord-Amerika
B
In Europa
C
In Azië
D
In Afrika

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de kleuren in de Franse vlag?
A
Rood-wit-blauw
B
Wit-blauw-rood
C
Blauw-wit-rood
D
Rood-blauw-wit

Slide 8 - Quiz

Welke Franse (leen)woorden ken jij al?

Slide 9 - Slide

Exercice
  • Schrijf in 3 minuten met jouw buurman of buurvrouw   zoveel mogelijk Franse (leen)woorden op !

Bonne chance (succes) !
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Les nombres en français
1. un
2. deux
3. trois
4. quatre
5. cinq
6. six
7. sept
8. huit
9. neuf
10. dix
De getallen          Les nombres

11. Onze
12.  Douze
13. Treize 
14.  Quatorze 
15.  Quinze 
16. Seize 
17.  Dix-sept 
18.   Dix-huit 
19.  Dix-neuf 
20.  Vingt

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Voorstellen
salut = hoi
  bonjour = hallo
  je m’appelle … = ik heet …
  et toi? = en jij?
  comment tu t’appelles? = hoe heet jij?
  ça va? = hoe gaat het?
  ça va, merci = het gaat goed, dank je
 au revoir! = tot ziens!

Slide 15 - Slide

Pain au chocolat
A
zakje chip
B
croissant
C
chocolade taart
D
chocoladebroodje

Slide 16 - Quiz

de zon
A
nager
B
le soleil
C
le sable
D
la plage

Slide 17 - Quiz

Le sable est chaud


A
Het stokbrood is warm
B
Het zand is warm
C
De zon is bruin
D
De bal is warm

Slide 18 - Quiz

Treize
A
13
B
19
C
10
D
17

Slide 19 - Quiz

Ik hou van een zakje pinda's
A
J'aime un pain au chocolat
B
J'aime les baquettes
C
J'aime le jus d'orange
D
J'aime le ballon

Slide 20 - Quiz

J'ai trois bouteilles et quatre pains.

Hoeveel flessen heb ik?
A
5
B
8
C
3
D
9

Slide 21 - Quiz

dix-huit
A
17
B
12
C
18
D
15

Slide 22 - Quiz

A la plage je nage dans la mer.

Wat doe ik?
A
zwemmen
B
spelen
C
bruin worden
D
eten

Slide 23 - Quiz

                                        Merci et au revoir !

Slide 24 - Slide