Basisstof 4 Translatie en eiwitsynthese

Goedemiddag
Place to Bio
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemiddag
Place to Bio

Slide 1 - Slide

Planning
1. Herhaling
2. Basisstof 4
3. Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Herhaling
Replicatie
Transcriptie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

B

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

B

Slide 7 - Slide

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/DNAtranscriptie/dnatranscriptie.htm

Slide 8 - Slide

Basisstof 4 Translatie & eiwitsynthese

Je kunt beschrijven hoe translatie plaatsvindt.
Je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt.

Slide 9 - Slide

Genetische code
Eiwit kan opgebouwd worden vanuit 20 verschillende aminozuren.
nucleotiden in mRNA codeert voor de aminozuren (volgorde)

codon/riplet: drie opeenvolgende nucleotiden die coderen voor één aminozuur
genetische code: de vertaling van de nucleotidevolgorde naar aminozuren

Slide 10 - Slide

BINAS 71G
welke tripletcode correspondeert met welk aminozuur.
Startcodon: AUG
Stopcodons, er wordt gen aminozuur ingebouwd, de eiwitsynthese stopt.

Slide 11 - Slide

Translatie
Een ribosoom die aminozuren aan elkaar koppelt en zo een eiwit vormt. 
tRNA; enkel strengs, zorgt voor het 
transport van een aminozuur uit het 
cytoplasmanaar een ribosoom.

Anticodon:  kan binden aan een codon van mRNA

Slide 12 - Slide

Ribosomen
Bestaat uit twee delen, beide van rRNA-moleculen en eiwitten.
'5 uiteinde van mRNA-molecuul bindt aan
het kleine ribosoomdeel.
anticodon van tRNA bindt aan het 
startcodon. Groot ribosoomdeel vindt en 
de translatie kan beginnen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Polyribosomen
Meerdere ribosomen tegelijk die eiwitten maken vanaf het startcodon, binden aan één mRNA-molecuul.

release-factor: speciaal eiwitmolecuul aan het stopcodon in mRNA, aminozuurketen laat los en ribosoomdelen gaan uit elkaar.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Vragen?
Zelfstandig werken; maak opdracht 22 tot en met 26

Slide 17 - Slide


Je kunt beschrijven hoe translatie plaatsvindt.
Je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt.

Slide 18 - Slide