herhaling onregelmatige werkwoorden

Herhaling onregelmatige ww
Oef. 3 p. 339
1 / 15
next
Slide 1: Slide
LatijnSecundair onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhaling onregelmatige ww
Oef. 3 p. 339

Slide 1 - Slide

Potuerat
A
hij had gekund
B
zij had gekund
C
hij was gekund
D
hij kon

Slide 2 - Quiz

Poterat
A
hij kon
B
zij had gekund
C
hij kan

Slide 3 - Quiz

ibatis
A
jullie zullen gaan
B
jij zal gaan
C
jullie gingen
D
jij ging

Slide 4 - Quiz

ibitis
A
jullie zullen gaan
B
jij zal gaan
C
jullie gingen
D
jij ging

Slide 5 - Quiz

volumus
A
wij willen
B
wij wilden
C
wij hebben gewild
D
wij zullen willen

Slide 6 - Quiz

voluimus
A
wij willen
B
wij wilden
C
wij hebben gewild
D
wij zullen willen

Slide 7 - Quiz

ferebat
A
hij draagde
B
hij werd gedragen
C
hij zal dragen
D
hij droeg

Slide 8 - Quiz

ferebatur
A
hij is gedragen
B
hij werd gedragen
C
hij zal gedragen worden
D
hij droeg

Slide 9 - Quiz

erunt
A
zij zullen hebben
B
zij hebben geweest
C
zij waren
D
ze zullen zijn

Slide 10 - Quiz

fuerunt
A
zij zijn
B
zij zijn geweest
C
zij waren
D
zij waren geweest

Slide 11 - Quiz

ierunt
A
zij gaan
B
zij zijn gegaan
C
zij gingen
D
zij waren geweest

Slide 12 - Quiz

ierint
A
zij zullen gaan
B
zij zijn gegaan
C
zij zullen gegaan zijn
D
zij waren geweest

Slide 13 - Quiz

malunt
A
zij willen niet
B
zij willen liever
C
zij willen liever niet
D
zij hebben liever gewild

Slide 14 - Quiz

malent
A
zij wilden liever
B
zij willen liever
C
zij hebben liever gewild
D
zij zullen liever willen

Slide 15 - Quiz