onderzoek doen

onderzoek doen
ter voorbereiding van PSE
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

onderzoek doen
ter voorbereiding van PSE

Slide 1 - Slide

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 6: Natuurwetenschappelijk onderzoek


Slide 2 - Slide

Leerdoelen BS6

Slide 3 - Slide

Soorten onderzoek
  • literatuur onderzoek
  • beschrijvend onderzoek
  • hypothesetoetsend onderzoek
  • ontwerpend onderzoek

Slide 4 - Slide

Literatuur onderzoek 
     - bij elkaar zoeken van bestaande kennis
     - je gebruikt bronnen zoals wetenschappelijke     
        literatuur, scripties, boeken... 
     - let op dat je betrouwbare
        bronnen gebruikt
     - zet je bronnen in een lijst
       (referenties of bronnenlijst)
Natuurwetenschappelijk onderzoek

Slide 5 - Slide

Beschrijvend onderzoek 
      - observeren
      - gegevens verzamelen (data)
      - data weergeven in schema/tekening
Natuurwetenschappelijk onderzoek

Slide 6 - Slide

Hypothese-toetsend onderzoek
      - hypothese opstellen
      - methode om de veronderstelling te toetsen
      - controle groep en experimenteer groep
      - data weergeven in een schema/tekening
Natuurwetenschappelijk onderzoek

Slide 7 - Slide

Ontwerpend onderzoek
- ontwerpen van modellen of instrumenten om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden
Natuurwetenschappelijk onderzoek

Slide 8 - Slide

Fasen van natuurwetenschappelijk onderzoek 
  • waarneming
  • onderzoeksvraag
  • hypothesevorming
  • experimentele fase (werkplan)
  • resultaten
  • conclusie   + discussie
Natuurwetenschappelijk onderzoek

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Let op het volgende:   
  • niet te algemeen 
  • het is een vraag, dus ?
  • beperken tot 1 probleem, dus 1 variabele
  • niet met ja, nee of een getal te beantwoorden
  • laat de vraag beginnen met bijvoorbeeld:

Onderzoeksvraag
 
  • Wat is de invloed van....
  • In welke mate is er een verband....
  • Hoe verhouden zich.... 

Slide 11 - Slide

Een goede onderzoeksvraag:
 
  • is specifiek en gericht
  • beschrijft een oorzaak/gevolg relatie
  • beschrijft het te onderzoeken verband
  • heeft een vraagteken

NIET: Hoe reageren pissebedden op vochtigheid?
WEL: Reageren pissebedden beter op een omgeving met een hoge of lage luchtvochtigheid?

zet er altijd in het "onderdeel" dat je onderzoekt en de 2 condities die je vergelijkt!! en heeft een vraagteken



Onderzoeksvraag 

Slide 12 - Slide

Een goede onderzoeksvraag:
 
  • is specifiek en gericht
  • beschrijft een oorzaak/gevolg relatie
  • beschrijft het te onderzoeken verband

NIET: Hoe reageren pissebedden op vochtigheid?
WEL: Reageren pissebedden beter op een omgeving met een hoge of lage luchtvochtigheid?

zet er altijd in het onderdeel dat je onderzoekt en de 2 condities die je vergelijkt!!



Onderzoeksvraag 

Slide 13 - Slide


Een goede hypothese:
 
  • beschrijft de te onderzoeken variabel
  • beschrijft de doelgroep/onderzoekspopulatie
  • beschrijft de te verwachten uitkomst van het onderzoek
  • bevat een op theorie gestoelde verklaring

ALS … DAN … WANT

let op: het hoeft niet te kloppen, dit is juist wat er onderzocht gaat worden! 




Hypothese

Slide 14 - Slide


Een goede hypothese:
 
  • beschrijft de te onderzoeken variabel
  • beschrijft de doelgroep/onderzoekspopulatie
  • beschrijft de te verwachten uitkomst van het onderzoek
  • bevat een op theorie gestoelde verklaring

ALS … DAN … WANT




Hypothese

Slide 15 - Slide

Voorbeeld hypothese
Onderzoeksvraag:
Hebben leerlingen die alle lessen bijwonen hogere cijfers dan leerlingen die niet alle lessen bijwonen?

Mogelijke hypotheses (verwachting):
 
  • Leerlingen die alle lessen bijwonen, hebben hogere cijfers dan leerlingen die niet alle lessen bijwonen.
  • Leerlingen die alle lessen bijwonen, hebben lagere cijfers dan leerlingen die niet alle lessen bijwonen.
als
dan
want

Slide 16 - Slide

1 Variabele bedenken 
   -> welke factor ga je in je experiment manipuleren?

2 Groepen samenstellen
   -> Minstens twee groepen (dus meer mag)
   -> Per groep nooooooooooooit 1 exemplaar
   ->Grote groepen om de kans van toeval zo veel mogelijk uit te sluiten.

3 Overige omstandigheden hetzelfde/gelijk houden

4 Metingen bepalen: wat ga je meten, hoe en hoe vaak?
   -> lengtegroei meten, liniaal, 1x per dag, om 12:00, 30 dagen lang


werkplan

Slide 17 - Slide

1 Variabele bedenken 
   -> welke factor ga je in je experiment manipuleren?

2 Groepen samenstellen
   -> Minstens twee groepen (dus meer mag)
   -> Per groep nooooooooooooit 1 exemplaar
   ->Grote groepen om de kans van toeval zo veel mogelijk uit te sluiten.

3 Overige omstandigheden hetzelfde/gelijk houden

4 Metingen bepalen: wat ga je meten, hoe en hoe vaak?
   -> lengtegroei meten, liniaal, 1x per dag, om 12:00, 30 dagen lang


werkplan
check:
Is deze proef valide?
Is deze proef betrouwbaar? 



Slide 18 - Slide

check:
Is deze proef valide?
Is deze proef betrouwbaar? 

Een goede proef is zowel valide (validiteit) en betrouwbaar!!

Betrouwbaarheid:
Wanneer de proef vaak herhaald wordt, dan zijn de resultaten nagenoeg hetzelfde zijn.

Validiteit
Meet je wat je daadwerkelijk wil meten? Heb je wel de juiste meting gekozen voor het effect wat je wil meten

werkplan

Slide 19 - Slide

meer uitleg nodig? 

Slide 20 - Slide