Di 02-11-2021 Toetsweek

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

HA3A

Dienstag, 2 November 2021

Was werden wir heute machen?

Wat gaan we vandaag doen?

• Toetsstof

• Herhalen Grammatica
• Oefentoets

PW week

• Haben, sein, werden (o.v.t.= verleden tijd)
• Voltooide tegenwoordige tijd (v.t.t.) 

+ Lijst zwakke werkwoorden/sterke werkwoorden

• hoofd- en rangtelwoorden
• kloktijden
• tijdsbepalingen
• woorden (Lernboxen 1 t/m 6, Kapitel 1) GEEN ZINNEN!!!

Alleen hoe het er staan, niet beide kanten op.

telt 2x mee

Was weißt du noch?

Über die Grammatik 

16 Fragen

Vul juiste vorm van haben/sein/werden (v.t.).

Wo _____ du im Sommer?

1. warst
2. hattest
3. hatte
4. wurdest

Vul juiste vorm van haben/sein/werden (v.t.).

Wir ______ eine Grillparty am Strand?

1. waren
2. warsten
3. hatten
4. wurden

Vul juiste vorm van haben/sein/werden (v.t.).

Es ____ noch hell, aber plötzlich gab es einen heftigen Sturm.

1. war
2. bin
3. hatte
4. wurde

v.t.t. vorm van haben/sein + voltooid deelwoord

(vliegen) Ich _____ mit fünf anderen Schülern nach London ____.

1. bin, geflogen
2. bist, geflugen
3. hast, gefliegen
4. habe, gefliegen

v.t.t. vorm van haben/sein + voltooid deelwoord

(rijden) Manchmal _____ wir ins Zentrum ____.

1. habt, gefieren
2. haben, gefaren
3. sind, gefahren
4. sind, gefuhren

v.t.t. vorm van haben/sein + voltooid deelwoord

(telefoneren) _____ du heute schon mit deiner Gastfamilie ____?

1. bist, telefonieren
2. habe, getelefoniert
3. hast, getelefonieren
4. hast, telefoniert

v.t.t. vorm van haben/sein + voltooid deelwoord

(sein) _____ ihr im Juli noch im Urlaub ____?

1. Seid, gewesen
2. Habt, geweesen
3. Sind, gewiesen
4. Haben, wesen

Schrijf het getal voluit
25

1. fünfenzwanzig
2. fünfundzwanzig
3. funfundzwanzig
4. fünfundzwanzich

Schrijf het getal voluit
700

1. siebenhondert
2. siebenhunderd
3. siebenhundert
4. siebhundert

Schrijf het getal voluit
8

1. acht
2. icht
3. neun
4. echt

Schrijf hoe laat het is:
15:30

1. halb vier
2. fünfzehn Uhr dreißig
3. half drei
4. funfzehn uhr dreißich

Schrijf hoe laat het is:
11:00

1. elf Uhr
2. zehn Uhr
3. elb oer
4. elf uhr

Schrijf hoe laat het is:
17:45

1. viertel für fünf
2. siebzehn Uhr fünfundvierzig
3. Viertel vor fünf
4. siebenzehn Uhr fünfundvierzig

Vul de juiste tijdsbepaling in:
Die Sommerferien dauern ___ August ____ September.

1. am, bis
2. im, bis
3. von, bis
4. um, bis

Vul de juiste tijdsbepaling in:
___ acht Uhr fängt die Schule an.

1. am
2. im
3. von
4. um

Vul de juiste tijdsbepaling in:
____ Dezember haben wir wieder Ferien.

1. am
2. im
3. von, bis
4. um

 Übungsprüfung machen

oefentoets maken

• Was (wat)? 

Oefentoets maken 

Ga naar magister --> studiewijzer --> PW --> Übungsbuch

• Wie (hoe)? Online of op papier
• Hilfe (hulp)? Buren, boek

• Zeit (tijd)? 13:50

An die Arbeit!