Paragraaf 1.3: Cellen van planten en dieren

Paragraaf 1.3: ademhalingstelsel
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 1.3: ademhalingstelsel

Slide 1 - Slide

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Herhaling 1.2: Bouw van een organisme

  • Uitleg paragraaf 1.3: Cellen van planten en dieren

  • Zelfstandig werken opdrachten 1.3




Slide 3 - Slide

Wat is waar?
A
Organen bestaan uit cellen
B
Cellen zijn groot
C
Cellen zijn organen
D
De longen zijn cellen

Slide 4 - Quiz

van groot naar klein...
A
Cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels, organismen
B
orgaanstelsels, organismen, organen, weefsels, cellen
C
weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels
D
organisme, orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen

Slide 5 - Quiz

De wortel van een plant is een...
A
Weefsel
B
Cel
C
Orgaan
D
Orgaanstelsel

Slide 6 - Quiz

Dit weefsel is afkomstig uit het
A
bottenstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel

Slide 7 - Quiz

Dit is een afbeelding van...
A
Kraakbeenweefsel
B
Botweefsel
C
Zenuwweefsel
D
Spierweefsel

Slide 8 - Quiz

Paragraaf 1.3: Cellen van planten en dieren

Slide 9 - Slide

Lesdoel


3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Slide 10 - Slide

Dierlijke cel

Slide 11 - Slide

Plantaardige cel

Slide 12 - Slide

Elk celorganel heeft zijn eigen functie
Celwand: Beschermen van de cel en geeft stevigheid
Celmembraan: Het wel of niet doorlaten van de stoffen
Celkern: Regelt alles wat er in een cel gebeurt.
Vacuole: zorgt voor stevigheid
Bladgroenkorrel: Zorgt voor energierijke stoffen (fotosynthese)
Cytoplasma: Stroperige vloeistof 

Slide 13 - Slide

Plastiden

Slide 14 - Slide

OVEREENKOMSTEN


Cytoplasma

Celmembraan

Celkern

(kernmembraan)



VERSCHILLEN


Vacuole

Celwand

Bladgroenkorrels/Plastiden

Slide 15 - Slide

Terugkijken op lesdoel


3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Slide 16 - Slide

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 17 - Drag question

Sleep de naam naar de juiste afbeelding
Alleen Plantencel
Planten- en dierlijke cel
Celkern
celmembraan
Plastide
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Kernmembraan

Slide 18 - Drag question

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
En zijn in cel B plastiden aanwezig?
A
Ja, in beide cellen
B
alleen in cel A zijn plastiden aanwezig
C
alleen in cel B zijn plastiden aanwezig
D
nee, in cel A en B zijn beide geen plastiden aanwezig

Slide 19 - Quiz

Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur.
Een type plastide verandert in een andere type plastide.

Welk type plastide veranderde in welk andere?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel

Slide 20 - Quiz

Welke cel heeft een celmembraan?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 21 - Quiz

De drie typen plastiden zijn:
A
bladgroen-, zetmeel- en waterpestkorrels
B
zetmeel-, waterpest- en kleurstofkorrels
C
kleurstof-, paprika- en zetmeelkorrels
D
kleurstof-, bladgroen- en zetmeelkorrels

Slide 22 - Quiz

Aan de slag!



Paragraaf 1.3: Opdracht 1 t/m 7



Opdrachten niet af --> huiswerk







Slide 23 - Slide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 24 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 25 - Slide