Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
Nederlands
Taalverzorging
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdletters en leestekens
Nederlands
Taalverzorging

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les
- Weet je hoe je op een juiste manier hoofdletters en leestekens gebruikt in een tekst. 

Slide 2 - Slide

Hoofdletters
  • Begin van de zin
  • Namen
  • Landen
  •  

Slide 3 - Slide

Leestekens
  • Punt .
  • Komma ,
  • Uitroepteken !
  • Vraagteken ?
  • Dubbele punt :
  • Aanhalingstekens "  " 
  • Apostrof ' 

Slide 4 - Slide

Wat moet met hoofdletter?
op de menukaart vindt u italiaanse gerechten, zoals spaghetti.

Slide 5 - Open question

Wat moet met hoofdletter?
woont filipa in de buurt van het station?

Slide 6 - Open question

Wat moet met een hoofdletter?
bakkerij broodheerlijk verzorgt complete lunches voor bedrijfsfeesten.

Slide 7 - Open question

Welk leesteken moet in deze zin?
Het is glad buiten, pas op
A
?
B
.
C
!
D
,

Slide 8 - Quiz

Welk leesteken moet er in deze zin?
Wanneer gaan jullie op vakantie
A
?
B
.
C
!
D
,

Slide 9 - Quiz

Welk leesteken moet er in deze zin?
Bij de receptie kun je informatie krijgen
A
?
B
.
C
!
D
,

Slide 10 - Quiz

Jeffrey wil jij die klant even terugbellen

Slide 11 - Open question

U kunt me op maandag dinsdag woensdag en vrijdag bereiken meneer

Slide 12 - Open question

Opdracht
Taalverzoring 2.1 en 2.2 
Blz 291 t/m 297

25-2 toets H2 Taalverzorging

Slide 13 - Slide