grammatica

Unit studentenleven
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unit studentenleven

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?
vrijdag feedback ingezonden brief
gebruik van die/dat/wat/prepositie+wie/prepositie+waar
het woordje er video en oefening
klaar? woordenlijst unit Studentenleven

Slide 2 - Slide

Hoofdzinnen met relatieve bijzinnen
Dit is mijn student DIE meer wil leren over relatieve bijzinnen.
Het liedje DAT in mijn hoofd zit.
(de woorden krijgen die, het woorden krijgen dat)

Dit is de les WAARIN je meer leert over bijzinnen.
Dit is de bijzin WAAROVER je meer leert in deze les.
(schema hierna)




Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Gebruik van er
"We moeten ook meer geld verdienen"
Als je algemeen praat en jij niet direct bij deze groep hoort, dan kun je zeggen:
Er moet meer geld verdiend worden (door ....)
(passieve zin, geen specifiek onderwerp)
Er is op dit moment een tekort aan huizen.
Er werd veel gegeten en gedronken.


Slide 7 - Slide

Er was eens...
once upon a time

het woord er

Slide 8 - Slide

Slide 11 - Slide