Les H7.4 les 1 3 kbl burgers bedrijven en overheid

Vandaag gaan we:
  • Herhalen wat we de vorige les hebben gedaan
  • gelegenheid tot het stellen van vragen over het gemaakte huiswerk
  • vooruit kijken naar het volgende huiswerk
  • wat moet je doen voor de volgende les
  • afsluiten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag gaan we:
  • Herhalen wat we de vorige les hebben gedaan
  • gelegenheid tot het stellen van vragen over het gemaakte huiswerk
  • vooruit kijken naar het volgende huiswerk
  • wat moet je doen voor de volgende les
  • afsluiten

Slide 1 - Slide

Bedrijven die goederen of diensten verkopen om winst te maken, noem je...
A
overheidsbedrijven
B
collectieve bedrijven
C
geprivatiseerde bedrijven
D
particuliere bedrijven

Slide 2 - Quiz

De McDonald's behoort tot de ....
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector

Slide 3 - Quiz

Wat is geen particuliere sector?
A
Schoenenwinkel
B
Universiteit van Amsterdam
C
Fietsenwinkel
D
Reclamebedrijf

Slide 4 - Quiz

Wat is niet waar?
A
Privatisering = overgang collectieve naar de marktsector
B
De overheid = rijksoverheid + lagere overheden
C
De lagere overheden = provincies + gemeenten
D
De collectieve sector = overheid + marktsector

Slide 5 - Quiz

De overheid verkoopt een bedrijf aan een bedrijf in de particuliere sector. Dit heet:
A
actualisering
B
mechanisering
C
privatisering
D
socialisering

Slide 6 - Quiz

Zijn er opdrachten of onderwerpen uit deze paragraaf waar je (extra) uitleg over zou willen hebben?

Slide 7 - Open question

Leerdoelen deze les:

  • Je weet wat een rijksbegroting is
  • Je weet waarom de overheid schuld heeft

Kijk de film met de theorie-uitleg over H7.4 (link in Magister)

Slide 8 - Slide

Vragen 52 en 54:

Slide 9 - Slide

Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Slide 10 - Quiz

Wat zit er niet in het
Prinsjesdag-koffertje?
A
De Troonrede
B
De rijksbegroting
C
De Miljoenennota

Slide 11 - Quiz

Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?
A
De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
B
De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
C
De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde
D
De rijksbegroting en de miljoenennota hangen niet samen

Slide 12 - Quiz

Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, is er een
A
begrotingsoverschot
B
begrotingsevenwicht
C
begrotingsaanbod
D
begrotingstekort

Slide 13 - Quiz

Overschot of tekort?
A
Begrotingsoverschot
B
Begrotingstekort

Slide 14 - Quiz

Een staatsschuld ontstaat door in de jaren met een begrotingstekort:
A
geld uit te geven
B
geld te lenen
C
geld te sparen
D
geld te hebben

Slide 15 - Quiz

Tot slot:

  1. Je gaat H7.3 blz. 200 en 201 nakijken met het nakijkblad in de bijlage in Magister
  2. Je gaat H7.4  blz. 202 en 203 maken en stuurt daarvan foto's op naar de juf.
  3. Mocht je nogmaals de uitleg willen horen van de theorie of de rekensommen, dan kun je de film bekijken (link in Magister).

Slide 16 - Slide