Taalverzorging 5

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Module 5
Rond je module deze week af

Lees je boek
Oefenen met het herkennen van formuleerfouten

Slide 2 - Slide

Module 4
Literatuurgeschiedenis



Module 5
Taalverzorging - afronding met toets in toetsweek (24-29 maart)

Module 6
Lezen voor de lijst

Slide 3 - Slide

Waarom?
Door verzorgd met je taal om te gaan, geef jij een belangrijk signaal af: jij hecht waarde aan de presentatie van de boodschap.


Hoe?
Door onze taal en de taalregels onder de loep te nemen, leer je het belang in te zien.


Wat?
Je krijgt instructie, je verdiept je in de taalverzorging, je maakt opdrachten en je denkt na over taalkwesties.

Slide 4 - Slide

incongruentie
foutieve samentrekking
foutieve inversie
congruente zin
inversie
foutieve tautologie
De Verenigde Staten heeft aangekondigd te bezuinigen.
15% van de mensen stemt voor FvD
Voetbal interesseert me niet en kijk ik dus niet.
Begin april starten we met het project en oefenen we tot juni.
Helaas moeten we naar huis, maar we bellen je snel.
De kinderen werden meestal zonder jas naar buiten gestuurd en daarna ziek.
De kunstmestkorrels mogen nu niet worden uitgestrooid, want het gras is namelijk nat.

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

verleden tijd
+te
verleden tijd
+de
verleden tijd
sterk werkwoord
(klankverandering)
relaxen
verhuizen
lachen
stressen
brainwashen
posten
netflixen
ervaren
chillen
uploaden
kloppen
bederven
buigen
zwijgen
surfen
updaten

Slide 7 - Drag question

Soms [ veranderen] er iets in je leven. Dit is ook bij Timo, die 

nogal wordt [verwennen] door zijn moeder, [gebeuren].  

Timo [   verjaren  ] binnenkort, waardoor hij de verwachting 

heeft dat zijn moeder hem buitensporig [verwennen]. Zij 

[ beschermen ] haar spaargeld echter iets beter, omdat zij 

binnenkort naar een nieuwe woning [ verhuizen ]. Door 

corona is haar werk [veranderen], wat logisch is, omdat het

tegenwoordig vaker [gebeuren]
verandert
veranderd
gebeurt
beschermt
verhuist
verwent
gebeurd
beschermd
verhuisd
verwend
verjaart
verjaard

Slide 8 - Drag question

Benoem en verbeter

Hiernaast staan 5 zinnen waarin formuleerfouten staan. 
Kies uit: congruentiefout, foutieve inversie, dubbele ontkenning, foutieve tautologie, foutief pleonasme, foutieve samentrekking, contaminatie. 
(1) De oorzaak van de ontlezing is te wijten aan de toename van online alternatieven.
(2) Scholen en bibliotheken moeten voorkomen dat jongeren niet nog minder gaan lezen.
(3) Sommige mensen kunnen niet lezen en schrijven, doordat ze bijvoorbeeld slecht onderwijs hebben gevolgd, vaak zijn verhuisd, geldproblemen hebben et cetera
(4) Het eiland La Palma maakt deel uit van de Canarische eilanden en bezoeken liefhebbers van bergwandelen nog maar weinig.
(5) Het afgelopen jaar is voor de tomatenkwekers gunstig verlopen. Er werden namelijk twee miljoen kilo tomaten meer verkocht op de veiling dan het jaar ervoor.

Slide 9 - Slide

Benoem en verbeter

Hiernaast staan 5 zinnen waarin formuleerfouten staan. 
Kies uit: congruentiefout, foutieve inversie, dubbele ontkenning, foutieve tautologie, foutief pleonasme, foutieve samentrekking, contaminatie. 
(1) De oorzaak van de ontlezing is te wijten aan de toename van online alternatieven. (contaminatie: oorzaak / te wijten aan)
(2) Scholen en bibliotheken moeten voorkomen dat jongeren niet nog minder gaan lezen. (dubbele ontkenning: voorkomen en niet)
(3) Sommige mensen kunnen niet lezen en schrijven, doordat ze bijvoorbeeld slecht onderwijs hebben gevolgd, vaak zijn verhuisd, geldproblemen hebben et cetera (tautologie: et cetera)
(4) Het eiland La Palma maakt deel uit van de Canarische eilanden en bezoeken liefhebbers van bergwandelen nog maar weinig. (foutieve samentrekking: ... en dat bezoeken)
(5) Het afgelopen jaar is voor de tomatenkwekers gunstig verlopen. Er werden namelijk twee miljoen kilo tomaten meer verkocht op de veiling dan het jaar ervoor. (congruentie: werden = werd)

Slide 10 - Slide

Module 5
Rond module 5 af

Lees je boek uit
Stel je vragen aan je docent

Slide 11 - Slide