Basisregels van Nederlandse hoofdzinnen:
1. Ieder zin heeft een onderwerp + Pv + rest
2. Onderwerp en pv staan naast elkaar
3. De standaard volgorde is Ond + Pv + rest
4. De pv is het tweede zinsdeel van de zin
Een uitzondering op regel 3 is de inversie.
Inversie = omkering van de standaardvolgorde in een zin
Inversie = onderwerp verplaatsen achter de pv + iets van de rest van de zin naar voren halen
"Ik ga vanmiddag leren" --> "Vanmiddag ga ik leren"
Let op: een inversie is toegestaan, is geen taalfout.