De Nederlandse Opstand

De Nederlandse Opstand
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Nederlandse Opstand

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • De belangrijkste ontwikkelingen in Steden en Staten en Ontdekkers en Hervormers noemen
  • Verklaren waarom Karel V moet centraliseren
  • De twee oorzaken van de onvrede in de Nederlanden uitleggen
  • Verklaren in welk jaar de Opstand begint
  • Het godsdienstbeleid van Willem van Oranje uitleggen
  • Het belang van acht gebeurtenissen uit de Opstand uitleggen

Slide 2 - Slide

Doelen
Kenmerkend aspect:
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Slide 3 - Slide

Ontwikkelingen
  • Steden en Staten:
  • 1. Bevolkingsgroei -> lange-afstandshandel -> grotere steden -> machtige burgerij
  • 2. Centralisatie pogingen 
  • 3. Pauselijke macht groeit (investituurstrijd, kruistochten)
  • Ontdekkers en hervormers:
  • 1. Wetenschappelijke belangstelling -> kritiek op kerk groeit
  • 2. Ontdekkingsreizen: wereldbeeld
  • 3. Reformatie: Luther & Calvijn

Slide 4 - Slide

Spanningen
  • Nederlanden in Steden en Staten: hertogdommen, graafschappen, enz.
  • Deze gewesten zijn zelfbestuur en autonomie gewend 
  • Door erfopvolging komen de Nederlandse gewesten in handen van Karel V
  • Landsheer  van de Nederlanden maakt afspraken met gewestelijke staten
  • Dit complexe bestuur maakt centralisatie noodzakelijk
  • Gewesten verzetten zich: particularisme 

Slide 5 - Slide

Godsdienst
  • Nederlanders zijn calvinistisch: willen zelf geloof bepalen 
  • Karel V en zoon Filips II (1555) vervolgen protestanten 
  • 1566: Smeekschrift aan landsvoogdes
  • Weigering leidt tot Beeldenstorm
  • Gevolg: hertog van Alva moet orde herstellen middels Raad der Beroerten 
  • Om vervolgingen te stoppen valt Willem van Oranje Nederlanden binnen:
  • 1568: Slag bij Heiligerlee

Slide 6 - Slide

Uit deze bron blijkt dat de ondertekenaars kritiek hebben op de manier
waarop de Nederlanden worden bestuurd.
Licht dit toe door:
 de kritiek te noemen die in de brief naar voren wordt gebracht, en
 uit de brief af te leiden dat de kritiek zich niet op Filips II zelf richt,

Slide 7 - Open question

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • De belangrijkste ontwikkelingen in Steden en Staten en Ontdekkers en Hervormers noemen
  • Verklaren waarom Karel V moet centraliseren
  • De twee oorzaken van de onvrede in de Nederlanden uitleggen
  • Verklaren in welk jaar de Opstand begint
  • Het godsdienstbeleid van Willem van Oranje uitleggen
  • Het belang van acht gebeurtenissen uit de Opstand uitleggen

Slide 8 - Slide

Opstand
  • Na eerste succes mislukt opstand tot...
  • 1572: Watergeuzen nemen Den Briel in
  • Oranje presenteert dit via propaganda als zijn succes
  • Gevolg: Zeeland en grote Hollandse steden sluiten zich bij Oranje aan
  • 1574: Ontzet van Leiden 
  • Godsdienstbeleid Willem van Oranje: samenwerking katholiek én protestant tegen Spanjaarden -> nationale strijd
Belegering van Leiden door de Spanjaarden wordt gebroken waardoor de Spanjaarden zich tot Utrecht terugtrekken

Slide 9 - Slide

Opstand
  • 1576: Pacificatie van Gent -> succes godsdienstbeleid 
  • Mislukt door protestantse arrogantie
  • 1578: Unie van Atrecht + Unie van Utrecht
  • Utrecht vormt de basis voor de latere Republiek
  • 1581: Plakkaat van Verlatinghe 
  • Na een jarenlange zoektocht besluit de Staten-Generaal zélf het land te besturen
  • 1588: Republiek
  • 1588: Armada verslagen 
Pacificatie: samenwerking tussen katholiek (zuid) en protestant (noord) Nederland
Atrecht: Zuidelijke gewesten werken met Spanje verder
Utrecht: Noordelijke gewesten beloven verder te vechten tot de Spanjaarden weg zijn
Unie van Utrecht zweert Filips II af: onafhankelijkheid

Slide 10 - Slide


Slide 11 - Open question

Stel: je doet onderzoek naar de oorlogvoering in de Nederlanden tijdens
de Opstand en je vindt deze bron. Op grond van de inhoud van de brief en
de achtergrond van de schrijver beschouw je deze bron als betrouwbaar.
Leg dit uit.

Slide 12 - Open question