P10 Engelse werkwoorden (2)

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 1 - Slide

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 4 - Slide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • schrijversbezoek
  • terugblik Engelse werkwoorden
  • opdrachten maken
Leerdoelen:
-Ik kan Engelse werkwoorden spellen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Terugblik
  • Hoe vervoeg je een Engels werkwoord?
  • Waar moet je rekening mee houden als je een Engels werkwoord vervoegt?

Slide 8 - Slide

Engelse werkwoorden
Zo spel je Engelse werkwoorden:
  • ik-vorm tt: -en van het werkwoord afhalen: speechen, rugbyen. Maar: timen - time, liken - like
  • eindigt in het Engels op dubbele medeklinker, schrijf je enkele medeklinker: flossen - flos                               Maar: paintballen - paintball
  • Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwakke werkwoorden, dus in verleden tijd en bij voltooid deelwoord: 't (e) x - f (o) k s ch (aa) p.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + d)








1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 11 - Slide

Opdracht
Neem onderstaand schema over. Vervoeg het Engelse werkwoord 'skaten'. 


t.t.
v.t.
ik
jij/hij/zij/het
wij
volt. deelwoord

Slide 12 - Slide

Opdracht
Neem onderstaand schema over. Vervoeg het Engelse werkwoord 'skaten'. 


t.t.
v.t.
ik
skate
skatete
jij/hij/zij/het
skatet
skatete
wij
skaten
skateten
volt. deelwoord
hebben geskatet

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Vervoeg de volgende Engelse werkwoorden
  • mailen
  • checken
  • tackelen
  • squashen
  • streetdancen
  • chillen
  • faken
  • joggen
  • lunchen
Klaar? 
  • Maak eerst werkblad 2
  • Start daarna met het maken van een samenvatting

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Woensdag 26 februari:

Slide 16 - Slide