KD - 15 september 2021

Kritische Denkvaardigheden






15 september 2021
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerHBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kritische Denkvaardigheden






15 september 2021

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
Dagstart
Feedback
Terugkijken op vorige week
Toulmin-model
Syllogismen
Noodzakelijk en/of voldoende
Huiswerkopdracht

Slide 3 - Slide

Vorige week: overtuigen
Hoe kun je iemand overtuigen?

Ofwel: Hoe kun je iemands mening veranderen?

...en waarom willen mensen dat niet graag?

Slide 4 - Slide

Vorige week: redeneringen

Wat is een redenering?

Uit welke onderdelen bestaat een redenering?

Hoe herken je een redenering?

Slide 5 - Slide

De doodstraf moet worden afgeschaft: soms worden onschuldige mensen terechtgesteld.
A
Ja, dit is een redenering.
B
Nee, dit is geen redenering.

Slide 6 - Quiz

Het is lekker om uitgebreid te ontbijten.
A
Ja, dit is een redenering.
B
Nee, dit is geen redenering.

Slide 7 - Quiz

Herhaal: Oefening argumentatieschema

A Zij heeft ruim voldoende ervaring in het basisonderwijs.
B Deze sollicitante is zeker geschikt voor die functie van hoofdonderwijzer.
C De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten.
D Ruime ervaring is een is nodig voor deze functie.
E Zij is een vrouw.
F Zij past goed in de samenstelling van het team wat betreft leeftijd.

Slide 8 - Slide

Vergelijk
Vergelijk je antwoorden met die van twee anderen.

Geef elkaar feedback op de structuur.

Wat ging er goed, wat kon er beter? 

timer
7:00

Slide 9 - Slide

Kan ik zelf ook!
Maak een complex 
argumentatieschema voor de
keuze om onderstaand 
schilderij  (a 37 miljoen) te
kopen met financiele steun 
van de overheid.

timer
7:00

Slide 10 - Slide

Argumenten?

Slide 11 - Mind map

Zijn er vragen? Over voorgaande, over leeswerk, over het vak?

Slide 12 - Open question

Andere argumentatiemodellen

Waarom?

Wanneer?

Slide 13 - Slide

Toulmin-model

Slide 14 - Slide

Vier elementen
1. een gegeven of grond(G): een premisse die het standpunt ondersteunt;
2. een motivering of rechtvaardiging: de premisse in een als-dan-vorm;
3. en een ondersteuning (O) van de als-dan-premisse.
4. een conclusie

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Oefening
Joris is een student van het mannelijke geslacht. Hij gebruikt dus waarschijnlijk zijn wasbak voor een daad waarvoor dat ding niet bestemd is. In de Metro stond namelijk onlangs dat 85 % van de mannelijke studenten in Nederland zijn wasbak regelmatig als urinoir gebruikt

Slide 17 - Slide

Voorbeeldbetoog!
Lees de tekst die ik straks uitdeel

Onderstreep bij iedere alinea de kernzin
Zet de argumentatie van de schrijver in een (complex) argumentatieschema
Beoordeel het betoog op basis van het schema
timer
20:00

Slide 18 - Slide

Hoofdstuk 4: Syllogismen
Wat is een syllogisme?

Wat is een premisse?

Geef een eigen voorbeeld van een syllogisme.

 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Noodzakelijk of voldoende?
  • Meedoen aan boer zoekt vrouw levert grote bekendheid op.
  • Je moet de bergen over komen om de Tour de France te winnen.
  • Je moet lid zijn van een politieke partij om in de Tweede Kamer verkozen te worden. 
  • Als je vaak je verjaardag viert word je oud. 
  • Je moet een master-diploma bezitten om docent aan de lerarenopleiding te worden.
  • Een goed betoog bevadt geen spelfouten. 

Slide 31 - Slide

Waar leidt dit toe?
Analyse Maatschappelijk Probleem

Schrijven betoog

Mondeling betoog

Slide 32 - Slide

Oriëntatie 
Zoek in kwaliteitsmedia ten minste 5 artikelen/betogen waar je interesse in hebt. Laat zien dat je deze teksten verwerkt hebt. 

Lees de artikelen/betogen en leg uit wat de schrijver beargumenteert. 

Gebruik één van de artikelen voor de volgende stap: 

Slide 33 - Slide

Start Analyse!
  • Kies een onderwerp waarvan jij denkt dat het een maatschappelijk probleem is.
  • Zoek een artikel (minimaal 500 woorden) in een kwaliteitskrant (of ander kwaliteitsmedium) over je onderwerp (bron vermelden volgens APA)
  • Lees het artikel en onderstreep de argumenten die daarin gegeven worden. Beschrijf ook wat je wel/niet goed vindt aan deze argumentatie en waarom.

Slide 34 - Slide