This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leg uit wat een syllogisme is.
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Welke conclusie volgt uit de premissen op de vorige slide?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
De redenering op de vorige slide is...
A
Geldig en waar
B
Ongeldig en waar
C
Geldig en onwaar
D
Ongeldig en onwaar
Slide 10 - Quiz
Waarom denk je dat de uitspraak 'Alle leerlingen op het Willem2 heten Piet' een major premisse is?
Slide 11 - Open question
Waarom denk je dat de uitspraak 'Lisa is een leerling op het Willem2' een major premisse is?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Geef voor de volgende redeneringen aan of ze geldig en of ze waar zijn.
Slide 16 - Slide
Alle mussen zijn vogels. De mens is een mus. dus: De mens is een vogel.
A
Geldig en waar
B
Geldig en onwaar
C
Ongeldig en waar
D
Ongeldig en onwaar
Slide 17 - Quiz
Zonder eten ga je dood. Pizza is eten. dus: Zonder pizza ga je dood.
A
Geldig en waar
B
Geldig en onwaar
C
Ongeldig en waar
D
Ongeldig en onwaar
Slide 18 - Quiz
Alle docenten zijn leugenaars. Meneer Kloos is een docent. dus: Meneer Kloos is een leugenaar.
A
Geldig en waar
B
Geldig en onwaar
C
Ongeldig en waar
D
Ongeldig en onwaar
Slide 19 - Quiz
Alle leerlingen hebben morgen vrij. Ik heb morgen vrij. dus: Ik ben een leerling.
A
Geldig en waar
B
Geldig en onwaar
C
Ongeldig en waar
D
Ongeldig en onwaar
Slide 20 - Quiz
Alle kwarks zijn pipo. Pipo is een oep. dus: Alle kwarks zijn oep.
A
Geldig en waar
B
Geldig en onwaar
C
Ongeldig en waar
D
Ongeldig en onwaar
Slide 21 - Quiz
Bedenk zelf een redenering die geldig en waar is.
Slide 22 - Open question
Bedenk zelf een redenering die geldig en onwaar is.
Slide 23 - Open question
Maak de volgende redeneringen af.
Slide 24 - Slide
Iedereen die dit leest is gek. ... dus: Ik ben gek.
Slide 25 - Open question
... Lisa is een Brabander. dus: Lisa houdt van worstenbrood.
Slide 26 - Open question
Alles wat hieronder staat is waar. Alles wat hierboven staat is onwaar. dus: ...
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Welke premisse moeten we toevoegen aan de redenering om deze kloppend te maken?
Slide 33 - Open question
Slide 34 - Slide
'Guido zal wel niet zo slim zijn. Hij is tenslotte een Belg.'
Slide 35 - Open question
'Politici zijn echt waardeloos. Ze doen nooit wat ze beloven!'
Slide 36 - Open question
'God bestaat niet. Ik heb Hem namelijk nog nooit gezien!'
Slide 37 - Open question
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Opdracht
Schrijf een stukje tekst waarin je één of meerdere premissen verzwijgt. Wissel je tekst vervolgens uit met een klasgenoot en laat hem/haar de verzwegen premisse ontdekken.