A. De zon maakt lange, donkere schaduwen van de pijnbomen. Als gevangenistralies liepen ze langs onze tent. Alsof het donkere bos achter onze tent verboden terrein was.
B. Jim dobberde op zijn luchtbed in het zwembad. Rick lag onder een felgekleurde parasol te slapen. Het was heerlijk rustig bij het zwembad. De zon scheen en was behaaglijk warm.
C. In het licht van de bliksem zag ik haar zitten. Op een hoekje van de zolder. Tussen allemaal spinnenwebben en oude meubels.