Les 1 Gezondheid

Project Zorg
  • 2 weken EHBK
  • 5 weken kinderziekten
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Project Zorg
  • 2 weken EHBK
  • 5 weken kinderziekten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welk boek gaan we gebruiken?
Traject Welzijn: Gezondheid en omgeving
Module3
Hoofdstukken 1, 2 & 3

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kennistoets 


Digitale kennistoets
Maandag 3 maart
Vrijdag 7 maart

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Toets matrijs
Leermiddelen:
- Boek Gezondheid en omgeving
- Module 3: Omgaan met ziekten en beperkingen hoofdstuk 1, 2, 3
Beoordeling:
- De toets bestaat uit 45 vragen. Je kunt 45 punten scoren.
- De grens voor een voldoende is 60%, dus 27 punten
- De grens voor een goed is 80%, dus 36 punten
Let op! Het resultaat van de toets is alleen geldig wanneer je deze op school hebt gemaakt, op een officieel toetsmoment, onder toezicht van een docent.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Beperkingen bij kinderen en jongeren

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen

  • Student kan de definitie van begrippen ‘beperking’ ‘stoornis’ en‘handicap’ benoemen
  • Student kan verschillende vormen van beperkingen, stoornissen en handicaps benoemen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent het woord stoornis voor jou ?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Definitie stoornis
Van een stoornis is sprake wanneer een orgaan of orgaanstelsel afwijkingen vertoont of beschadigd is of een lichaamsfunctie ontbreekt, en leeftijd niet de oorzaak daarvan is.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Orgaanstelsel
  • 11 stuks
  • Een eigen functie hebben
  • Ze werken samen en beïnvloeden elkaar, zodat het lichaam goed kan werken en je gezond blijft
  • Die samenwerkende organen noem je een orgaanstelsel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het syndroom van Down, ook wel bekend als trisomie 21, is een aangeboren chromosoomafwijking. Mensen met dit syndroom hebben drie exemplaren van chromosoom 21 in plaats van de gebruikelijke twee. Dit leidt tot een aantal kenmerkende fysieke en cognitieve eigenschappen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ernstig, tijdelijk, vooruitzichten, continu
  • Is de stoornis ernstig (bijvoorbeeld blindheid) of licht (bijvoorbeeld een beetje slechtziend)?
  • Is de stoornis tijdelijk (bijvoorbeeld longontsteking) of blijvend (bijvoorbeeld astma)?
  • Is de stoornis continu aanwezig (bijvoorbeeld verstandelijke beperking) of treedt deze af en toe op (zoals bij epilepsie of de aanvallen van benauwdheid bij astma)?
  • Hoe zijn de vooruitzichten? Blijft de stoornis stabiel (bijvoorbeeld amputatie onderbeen), verergert deze stapje voor stapje (bv de spierziekte van Duchenne) of is verbetering mogelijk (bv dyslexie of lichamelijke conditie na hartinfarct)?



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Duchenne dystrofie
  • Spierziekte 
  • Steeds minder sterk 
  • Missen een stofje (het eiwit dystrofine) 
  • Erfelijk
  • Nagenoeg alleen jongens
  • Lagere levensverwachting

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Fragiele X syndroom (FXS)
  • Zeldzame erfelijke aandoening
  • Meest voorkomende erfelijke oorzaak van een verstandelijke beperking (m/v)
  • Waarbij de mannen in de regel ernstiger zijn aangedaan

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken
  • Bij de geboorte zie je niets
  • Soms groter oren, langer gezicht en kin
  • Vaak oorontstekingen
  • Kunnen handen en polsen verder strekken dan normaal
  • Langer tijd nodig om te leren staan, lopen en praten
  • Meestal heeft het moeite met leren en een milde tot ernstige verstandelijke beperking
  • Sommigen hebben kenmerken van autisme

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent het woord beperking voor jou?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Definitie beperkingen

Een beperking is een moeilijkheid of onmogelijkheid om bepaalde gangbare menselijke activiteiten uit te voeren

Slide 17 - Slide

Er zijn heel veel verschillende beperkingen. Als een jongere niet kan lopen, heeft hij een beperking. Een kind dat niet kan horen of lezen ook. Beperkingen kunnen lichamelijk maar ook verstandelijk zijn. Iemand met een verstandelijke beperking heeft er bijvoorbeeld moeite mee om situaties te overzien of beslissingen te nemen.
Een beperking is geen ziekte. Iemand die ziek is heeft meestal pijn, voelt zich beroerd. Iemand met een beperking voelt zich over het algemeen prima. Een ziekte is bovendien meestal tijdelijk, met uitzondering van chronische ziekten. Iemand met een chronische ziekte heeft dus wel een beperking.
Oorzaken van niet-aangeboren beperkingen zijn

  • Hersen(vlies)ontsteking
  • Kanker 
  • Ongeval, bijvoorbeeld verdrinking of een verkeersongeval
  • Ouderdom
  • Geweld of ernstige mishandeling
  • Langdurige ernstige ondervoeding




Medicijngebruik tijdens de zwangerschap kan een niet-aangeboren beperking veroorzaken

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Definitie handicap

Bij een handicap is er sprake van een verlies van mogelijkheden om op gangbare wijze deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we vandaag bereikt?
  • Student heeft zicht op de toetsvorm; kennistoets ‘Kinderziekten’
  • Student kent de definitie van begrippen ‘beperking’ ‘stoornis’ en ‘handicap’ 
  • Student kan verschillende vormen van beperkingen, stoornissen en handicaps benoemen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

10 minuten pauze

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Gezondheid

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Studenten begrijpen dat gezondheid een breed begrip is en kunnen verschillende dimensies ervan benoemen (fysiek, mentaal, sociaal, etc.).
  • Studenten reflecteren op hun eigen gezondheid en die van anderen.
  • Studenten ontdekken factoren die gezondheid beïnvloeden.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent gezondheid voor jou?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Wat is “gezondheid”?
  • Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
  • Gezondheid is een toestand van volledige lichamelijke, geestelijke en sociaal welbevinden en niet alleen het ontbreken van ziekte of gebrek
  • Verouderde visie
  • Deze definitie is in 1948 opgesteld, kort na de 2e Wereldoorlog
  • Kritiek: Als we goed kijken naar deze omschrijving, dan is bijna niemand helemaal gezond, want wie verkeerd er nu constant in deze toestand?


Slide 26 - Slide

De WHO is een internationale organisatie die wereldwijd bekijkt hoe het zit met de gezondheid en neemt hierin een leidersrol aan. De WHO helpt landen met de organisatie van de gezondheidszorg, maar doet ook onderzoek naar gezondheid en houdt toezicht op nieuwe trends in gezondheid. Een mooi voorbeeld van het werk wat de WHO onder andere doet is de rol die zij hebben bij de uitbraak van het Corona virus.

Machteld Huber 
  • Positieve gezondheid (2009)
  • Het vermogen van mensen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren bij de lichamelijke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven
  • Nadruk ligt op de ‘veerkracht’ van mensen



Slide 27 - Slide

Machteld Huber is de grondlegger van het gedachtegoed van Positieve Gezondheid. Zij is van oorsprong huisarts. Tijdens eigen ervaring met ziekte, in het begin van haar loopbaan, ontdekte ze dat haar ervaring als patiënt veel verder strekte dan wat zij als arts ooit geleerd had. Zij deed de ervaring op dat zij haar herstel actief en positief kon beïnvloeden en om haar vermoedens te toetsen ging zij nadien met ernstig beschadigde mensen werken. Daarnaast besloot zij onderzoeker te worden, op het Louis Bolk Instituut in Driebergen, met als doel ‘gezondheidsbevordering’ meer op de kaart te zetten.
Positieve gezondheid spinnenweb

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Groepsopdracht
  • Maak groepjes met maximaal 4 personen
  • Er zijn 6 verschillende dimensies
  • Per dimensie van plaats je 7 of 8 indicatoren die jullie het meest logisch lijken
  • Zonder boek of voorbeeld!​

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Impactvolle determinanten

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Kindtool positieve gezondheid
  • Een bredere kijk op gezondheid die meer oplevert:

"Kijkt breder naar gezondheid en helpt kinderen hun welzijn te verbeteren."
  • Mensen zijn niet hun aandoening:
"Kinderen worden niet gezien als hun ziekte, maar als sterke personen."
  • Een andere invalshoek:
"Kijkt anders naar gezondheid, met de nadruk op wat mensen goed kunnen en wat hun leven waardevol maakt."
  • Veerkracht en betekenis:
"Het gaat niet om ziekte, maar om de kracht van mensen en wat hun leven betekenis geeft."



Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Hou zou jij de voorbeelden in dit filmpje in de praktijk kunnen toepassen?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je vandaag geleerd?
  • Je kunt benoemen waar je de aankomende periode aan gaat werken
  • Je kunt  benoemen waar je op wordt beoordeeld
  • Student kan het begrip ‘gezondheid’ in eigen woorden uitleggen
  • Student kan de verschillende aspecten van gezondheid toelichten
  • Student kan factoren benoemen die de gezondheid bevorderen en belemmeren

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions