3.2 Arbeid en vermogen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kracht
Krachtenpijl of vector

Slide 2 - Slide

Wat zijn de drie eigenschappen van een krachtenpijl?

Slide 3 - Open question

Wat zijn de gevolgen van een kracht?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Wat maakt de 2e helft moeilijker?
A
De grotere zwaartekracht
B
De grotere hoogte
C
De vermoeidheid in de spieren
D
De spieren leveren meer energie per seconde

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe groot is de arbeid die de bergbeklimmer moet leveren om boven te komen? De hoogte van de rotswand is 45 m en zijn massa is 80 kg. Hij klimt met een constante snelheid.

Slide 10 - Open question

Arbeid ontstaat alleen als je beweegt
Arbeid in beide situaties hetzelfde.

Slide 11 - Slide

Arbeid
  • Het aantal Joule aan energie dat nodig is om een object te verplaatsen
  • Zonder verplaatsing: Geen arbeid

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is waar?

A
Er wordt geen arbeid verricht
B
De spierkracht verricht arbeid.
C
De zwaartekracht verricht arbeid
D
De arbeid is gelijk aan de kinetische energie.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Vermogen

Slide 17 - Slide

vermogen en arbeid
  • De arbeid die een persoon per seconde levert is het mechanisch vermogen.

  • Het mechanisch vermogen wordt uitgedrukt in watt (W)

  • Het vermogen is de arbeid die per seconde wordt verricht

  • Het vermogen is een hoeveelheid energie die een apparaat per seconde kan omzetten



Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Hoe lang duurt het opladen nog?

A
5,2 uur.
B
5,5 uur
C
5,7 uur
D
meer dan 6 uur.

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide