This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Noem een oorzaak van bodemdaling
Slide 1 - Mind map
Slide 2 - Slide
Hoe hoog is dan de relatieve zeespiegelstijging?
A
4 meter
B
3 meter
C
2 meter
D
1 meter
Slide 3 - Quiz
Bij storm en hoog water op zee, staan de waterkeringen
A
dicht
B
open
Slide 4 - Quiz
Welke vorm van waterkering is niet door mensen gemaakt
A
Dammen
B
Dijken
C
Duinen
D
Afsluitdijk
Slide 5 - Quiz
Naar powerpoint
Slide 6 - Slide
Waar bevindt zich de grootste zoetwatervoorraad ter wereld?
A
Australië
B
Noodpool
C
Zuidpool
D
Siberië
Slide 7 - Quiz
Bij droogte kan er verzilting optreden. NL kan dan te kort krijgen aan zoetwater. Waar heeft NL een zoetwatervoorraad?
A
In de Maas
B
In het IJsselmeer
C
In Duitsland
D
In de Rijn
Slide 8 - Quiz
De zoetwatervoorraad moet vergroot worden. Welke strategie uit de drietrapsstrategie past hierbij?
A
Bergen
B
Retentie
C
Afvoeren
Slide 9 - Quiz
Hoe kunnen we in Nederland een zoetwatertekort voorkomen in de toekomst? Kies het beste alternatief
A
zuiniger omgaan met zoet water
B
water opslaan in droge tijden
C
prioriteiten stellen
D
De buurlanden een stuw laten bouwenn
Slide 10 - Quiz
Welke 3 vormen van drinkwaterwinning zijn er in Nederland
A
uit rioolwater,
uit de rivier (oppervlaktewater)
uit de duinen
B
uit de grond,
uit de zee (oppervlaktewater)
uit de duinen
C
uit de grond,
uit de zee (oppervlaktewater)
uit condens
D
uit de grond,
uit de rivier (oppervlaktewater)
uit de duinen
Slide 11 - Quiz
Beredeneer hoe klimaatverandering in Nederland in de toekomst kan leiden tot verslechtering van de kwaliteit van het rivierwater. (gebruik een signaalwoord als waardoor/doordat/zodat)
timer
2:00
Slide 12 - Open question
naar powerpoint
Slide 13 - Slide
Bij Driel kunnen we kiezen of het water de IJssel of de Neder-Rijn instroomt.
Waarom willen we meer water naar de Neder-Rijn laten stromen?
A
Zodat er een grotere zoetwatervoorraad is voor droge periodes.
B
Zodat er minder zout water van de zee de rivier binnen kan stromen.
C
Beter voor de scheepvaart op de Neder-Rijn.
Slide 14 - Quiz
Leg uit waarom er bijna geen drinkwater wordt gewonnen in Zeeland/Noord-Holland en het noorden van Friesland en Groningen
timer
3:00
Slide 15 - Open question
Waardoor hebben polders in West-Nederland veel last van verzilting?
A
door bemaling van de polders
B
door de infiltratie van oppervlaktewater in de duinen
C
door de toenemende neerslag
D
door infiltratie rivierwater
Slide 16 - Quiz
In welk seizoen is in Nederland de kans op verzilting door zeewater het grootste?
A
in de winter
B
in de zomer
C
er is geen verschil
Slide 17 - Quiz
In Nederland ontstaat verzilting vooral door
A
verkeerde manier van irrigatie
B
teveel gebruik van meststoffen
C
opwelling van zout kwelwater en instroming via de rivieren
Slide 18 - Quiz
Waarom wilden boeren vroeger het water zo snel mogelijk afvoeren van hun akkers?
timer
3:00
Slide 19 - Open question
Beredeneer vanuit de economische dimensie waarom boeren NU ook water willen opslaan. (gebruik een signaalwoord als waardoor/doordat/zodat)
timer
3:00
Slide 20 - Open question
Wat heeft de hoogste prioriteit bij een tekort aan zoetwater?
A
veiligheid en scheepvaartroutes
B
veiligheid en voorkomen van onomkeerbare schade
C
scheepvaartroutes bevaar houden
D
drinkwatervoorziening en voorkomen van onomkeerbare schade
Slide 21 - Quiz
Waarom heeft beregening van de veendijk in tijden van droogte de eerste prioriteit?
timer
3:00
Slide 22 - Open question
Leerdoelen
Waarom worden strategische zoetwatervoorraden aangelegd en hoe doet men dat?