Rijmstraat
1 / 23
Lesson duration is: 45 minInstructions
Voorbereiding
- Neem de woordenlijst door
- Print 1 werkblad per leerling, deze zijn nodig voor de masterclass.
- Print de lesinstructie
Benodigde materialen
- Stoepkrijt (door KIDD)
- Werkbladen (in de bijlage)
- Lesinstructie (in de bijlage)
Instructions
Worksheets
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Titelblad
Slide 2 - Slide
Introductie van het lesblok
Waar denk je aan bij de titel Rijmstraat?
Waar zou dit lesblok over kunnen gaan?
Slide 3 - Slide
Leg kort uit wat de leerlingen kunnen verwachten tijdens deze voorbereidende les.
Voorbereidende les: Geef aan de hand van de PowerPoint-slide een beknopte uitleg over het doel en de inhoud van het lesblok.
Slide 4 - Slide
Vertel de leerlingen dat ze 5 (nieuwe) woorden gaan leren.
Begin met het woord straat.
Vraag de leerlingen:
- Wat is een straat?
- Elke straat heeft een andere straatnaam. Dit voorkomt verwarring en maakt het vinden van een adres (straatnaam + nummer + postcode) eenvoudiger. Weet jij hoe jouw staat heet
- Wie wonen er in jouw straat?
- Wie in jouw straat denk jij dat wel een straatnaambordje verdient en waarom?
Betekenis: Een straat is een weg waar auto's rijden, mensen lopen en fietsen. Langs de straat staan vaak huizen, winkels of bomen.
Slide 5 - Slide
Nieuw woord: Gedicht.
Betekenis: Een gedicht is een stukje tekst met korte zinnen en vaak rijmende woorden. Het vertelt iets op een speciale, mooie manier.
Vraag aan de leerlingen: Waar zou jij graag een gedichtje willen achterlaten en waarom?
Slide 6 - Slide
Nieuw woord: Rijmen
Betekenis: Rijmen betekent dat woorden hetzelfde klinken aan het einde.
Bijvoorbeeld: "jas" en "was" of "huis" en "muis."
Het is een soort taalspelletje waarbij je woorden zoekt die op elkaar lijken in klank.
Rijmen wordt vaak gebruikt in liedjes en versjes, omdat het fijn klinkt en makkelijk te onthouden is.
Slide 7 - Slide
Nieuw woord: Bewoner
Betekenis: Een bewoner is iemand die in een huis of een ander plekje woont.
Slide 8 - Slide
Nieuw woord: Raar
Betekenis: Raar betekent iets dat vreemd of anders is dan je gewend bent. Vaak, als iemand ergens niet bekend mee is, vindt men het raar. Daardoor verschilt het voor iedereen wat raar is. Wat jij raar vindt, vindt jouw buurman of vrouw wellicht wel heel normaal en andersom.
Vragen:
- Als je een persoon ziet die er anders uitziet dan jij, vind je die persoon dan raar?
- Welk woord zou je nog meer kunnen gebruiken voor iemand die heel anders is dan jij?
- Wie voelt zich soms heel anders dan anderen? Wie voelt zich soms "raar" of, met een mooi woord gezegd, uniek? Uniek betekent één van zijn soort, bijzonder.
Slide 9 - Slide
Lees het boek "Bij ons in de straat" van Koos Meinderts en Annette Fienieg voor aan de leerlingen.
In de volgende slides zullen de vertelplaten uit het boek verschijnen, waarop de huizen en hun bewoners te zien zijn. Lees telkens het bijbehorende stukje tekst voor dat hoort bij de plaat.
Slide 10 - Slide
Bij ons in de straat
van nummer 1 tot nummer 10
wonen hele rare mensen
kom, dan laat ik ze je zien
Slide 11 - Slide
Op nummer 1
woont een heel voorname
Dikke Dame
zij is namelijk een Koningin
ze is als Koningin geboren
met twee Koninklijke oren
en een vorstelijke onderkin
Slide 12 - Slide
Op nummer 2
woont Arie B., een ouwe dief
die van dure spullen houdt
en al heeft hij lange vingers
hij heeft ook een hart van goud
Slide 13 - Slide
Op nummer 3
woont Mooie Molly
die kan dansen op één been
ze danste vroeger voor een circus
nu danst ze voor zichzelf alleen
Slide 14 - Slide
Op nummer 4
woont Jan, zeg maar Jantje
Kleine Jantje Hens aan Dek
hij bevaart de Zeven Zeeën
met zijn boot de NimmerLek
Slide 15 - Slide
Op nummer 5
woont een Vreemdeling van Ver
en Palanka is zijn naam
hij zingt droevige heimweeliedjes
's avonds voor het open raam
Slide 16 - Slide
Op nummer 6
woont Cowboy Henkie
hij zit op de cowboyschool
waar hij uit de heup leert schieten
met een klappertjespistool
Slide 17 - Slide
Op nummer 7
woont Tante Truitje
tante Truitje Wollepluis
met haar poezen Snuf en Snuitje
in haar zelfgebreide huis
Slide 18 - Slide
Op nummer 8
woont Af-en-Toe
een zwever met een baard
in een houten spookhuis
waar hij lege flessen spaart
Slide 19 - Slide
Op nummer 9
Woont Alie Kruik
een viswijf met een staart
in een ruime doorzonwoning
met een schelp als open haard
Slide 20 - Slide
Op nummer 10
woont Kokkiewokkie
in zijn eigen restaurant
Kokkie kookt graag voor de buren
maar is zelf zijn beste klant
Slide 21 - Slide
Op nummer 11
daar woon ikzelf
samen met Annette
ik maak de gedichten
en Annette de portretten
Slide 22 - Slide
Opdracht vriendenboekje
Voor deze opdracht werken de leerlingen samen. Laat hen drie klasgenoten kiezen of deel de groepjes zelf in. Dit zijn ook de groepjes waarmee tijdens de masterclass wordt samengewerkt.
Vertel de leerlingen dat ze een vriendenboekje gaan invullen. Een vriendenboekje is een boekje waarin je vragen beantwoordt, zoals:
- Wat is je lievelingseten?
- Wat is je lievelingskleur?
Elk groepje krijgt een bewoner uit het boek Bij mij in de straat toegewezen. Zij vertegenwoordigen deze bewoner in de voorbereide les en later ook in de masterclass.
Het vriendenboekje wordt ingevuld alsof de leerlingen die bewoner zijn. Stel dat jullie de zeemeermin vertegenwoordigen, dan bedenken jullie wat haar lievelingseten en lievelingskleur zouden zijn.
Vul het vriendenboekje in.
Bespreek samen de vragen en schrijf de antwoorden op. Denk goed na over wat jullie bewoner leuk zou vinden.
Als afsluiting van de les bespreken we de vriendenboekjes klassikaal en vergelijken we de antwoorden met elkaar.
Bewaar het vriendenboekje goed!
Tijdens de masterclass gebruiken jullie de antwoorden om een gedicht te maken over jullie bewoner.
Slide 23 - Slide
Sluit de les af door de leerlingen te vragen wat ze tijdens deze les hebben geleerd en herhaal de nieuwe woorden: gedicht, straat, raar, rijmen en bewoner.
Blik vooruit op de masterclass: Er komt een fotograaf en schrijfster naar de klas. Samen met deze kunstenaar leren de leerlingen hun eigen gedicht te schrijven en wordt er een mooie foto bij het gedicht gemaakt.
Wat kunnen ze verwachten van de masterclass:
- Introductie van de kunstenaar
- Terugkoppeling naar de voorbereidende les
- Uitleg van de kunstenaar wat ze gaan doen
- Aan de slag met de kunstenaar
- Afsluiten masterclass
Wat wordt er van de docent verwacht:
- De docent moet te alle tijden bij de masterclass aanwezig blijven.
- De docent assisteert de kunstenaar waar nodig. De kunstenaar zal dit aan het begin van de les afstemmen met de docent.
- De docent zorgt dat materialen die op school zijn geleverd of die van de school worden gebruikt klaar liggen.
